Bij alle aandacht voor de technische en beleidsmatige aspecten van duurzaam bouwen stelt ir. Gerarda Nierman, omgevingspsycholoog bij advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, enkele gewetensvragen: Hoe ervaren mensen duurzame gebouwen? Leveren duurzame gebouwen naast de nodige energiebesparingen ook voor de dagelijkse gebruikers iets extra’s op? Hoe duurzaam is een duurzaam gebouw zonder een mensgericht ontwerp?
De richtlijn Form Follows Function is afkomstig uit de wereld van de industriële vormgeving en wordt in het beste geval ook als leidraad bij het functioneel ontwerpen van gebouwen gehanteerd. Het gebouw is immers nooit een doel op zich maar behoort dienstbaar te zijn aan de primaire processen van de eindgebruiker. Inmiddels heerst wel het besef dat ontwerpkeuzes een effect hebben op de gemoedstoestand en daarmee op het gedrag en de prestaties van gebouwgebruikers, maar de omvang van deze effecten wordt doorgaans nog steeds schromelijk onderschat.
Oorzaak
De oorzaak hiervan ligt in de wijze waarop organisaties naar hun eigen vastgoed kijken: zij beschouwen hun gebouwen helaas nog vaak als een ‘noodzakelijk kwaad’, een kostenpost die moet worden geminimaliseerd en die niets oplevert. En als men wel een mensgericht gebouw wil, beperkt men zich vaak tot de hoogste klasse van de generieke normen die zich beperken tot het primaire fysieke comfort van de gebruikers. Deze normen mogen dan garanderen dat gebouwen veilig en comfortabel zijn, maar wat zeggen richtlijnen over temperatuur, luchtvochtigheid en ventilatie nu werkelijk over de wijze waarop mensen de gebouwen ervaren?
Weinig, zo blijkt uit recente onderzoeksresultaten die aantonen dat mensen de kwaliteit van een binnenklimaat hoger beoordelen wanneer zij de vrijheid krijgen om zelf een raam open te zetten. Het is een illustratie van de bepalende kracht van een psychologische factor - het gevoel van zelfbeschikking. Werkelijk duurzame gebouwen behoren niet alleen behaaglijk en begrijpelijk, maar ook betekenisvol en beïnvloedbaar te zijn (Nierman, 2012). Het zijn deze vier aspecten die uiteindelijk jaar in jaar uit concrete waarde toevoegen aan de primaire processen, bijvoorbeeld in de vorm van productiviteitswinst.
Een ‘kleine’ productiviteitswinst van 0,35% staat gelijk aan de schoonmaakkosten over een termijn van een heel jaar. Door kansen vroegtijdig te herkennen kunnen we gebouwen ontwikkelen die ook op functioneel gebied en in de beleving van de eindgebruiker duurzame waarde toevoegen. Gelukkig krijgen steeds meer organisaties oog voor de toegevoegde waarde van mensgericht ontworpen gebouwen.
Prinses Máxima Centrum
Hoe betekenisvol de effecten van ontwerpkeuzen kunnen zijn demonstreert het ontwerp van het nieuwe Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie. Bij de keuze van de installatietechniek voor dit centrum hebben we de psychologische omgevingsfactoren als uitgangspunt genomen. In dit project is bewust van de gebruikelijke werkwijze afgeweken. Hier vormde de installatietechniek niet zoals maar al te vaak een sluitpost, want we weten dat gebruiksonvriendelijke installatietechniek tot veel ongenoegen kan leiden. Het centrum heeft de ambitie om meer dan 90 procent van alle kinderen met kanker te genezen. Daarbij is elk ruimtelijke aspect dat een bijdrage levert aan het waarmaken van deze ambitie van grote waarde.
Écht belangrijk
De zieke kinderen verblijven vaak maanden of zelfs jaren in het centrum, dus we hebben ons de vraag gesteld of we de installatietechniek zodanig konden ontwerpen dat deze een positieve bijdrage zou leveren aan de gemoedstoestand van de kinderen. Omgevingspsychologie vormde hier dus het vertrekpunt voor een mensgericht ruimtelijk ontwerp. Zo is goed naar de wensen van ouders en experts geluisterd om erachter te komen wat voor de kinderen en hun ouders echt belangrijk is. Hieruit kwam naar voren dat een van de cruciale doelen was dat kinderen en ouders zich in het ziekenhuis een beetje thuis kunnen gaan voelen. Daarom zul je hier geen hightech elementen, systeemplafonds of TL-plafondverlichting aantreffen zodat de kamers meer op gewone kinderkamers dan op ziekenhuiskamers lijken. De bediening van de verlichting, de zonwering en het klimaatsysteem zal door kinderen worden getest zodat we zeker weten dat kinderen deze eenvoudig kunnen bedienen.
Een ander belangrijk doel bleek het behouden van een normaal slaapritme voor de kinderen. Net als thuis kan men in het Prinses Máxima Centrum slapen in een koele slaapkamer, want binnen een uur na bedtijd kan de kamertemperatuur naar 18 graden worden teruggebracht. Dat is prettig, vertrouwd en bevordert een goede nachtrust. Gek genoeg is dat nog niet heel gebruikelijk in ziekenhuizen. Ook wordt er alles aan gedaan om etensgeuren en de geluiden die geassocieerd worden met eten, zoals etenskarren over de gang, in de kamers te voorkomen, omdat de kinderen daar misselijk van worden. Het is daarmee een mensgericht ontwerp geworden dat het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie ondersteunt bij het waarmaken van de mooie ambities.
Lees meer artikelen over wonen, zorg en welzijn op www.zorgsaamwonen.nl