Er liggen kansen voor de teelt van biomassa op een deel van de onbenutte bedrijventerreinen in Nederland. Deze bevinding blijkt uit een verkenning die Probos in opdracht van Innovatienetwerk heeft uitgevoerd.
Uit het bosbericht 'Wilgenteelt op bedrijventerreinen', door Stichting Probos uitgebracht, is op te maken dat we het belang van biomassa niet moeten onderschatten. Op dit moment wordt ruim 70 procent van onze hernieuwbare energie opgewekt uit deze energievorm. De verwachting is dat de komende tien jaar houtachtige biomassa een belangrijke rol zal blijven spelen in onze duurzame energievoorziening; de vraag naar deze energievorm zal de komende jaren alleen maar toenemen, gezien de doelstellingen van Nederland en de rest van Europa op het gebied van duurzame energie.
Een van de manieren om een tekort aan biomassa te voorkomen, is het telen van biomassa in wilgenplantages. Zij hebben een hoge productie van zo’n 10 ovendroge ton biomassa per hectare per jaar en lenen zich uitstekend voor gemechaniseerde aanplant en oogst. Probos onderzoekt momenteel samen met InnovatieNetwerk en andere partijen in hoeverre deze plantages kunnen worden gecombineerd met waterzuivering, recreatie en biologische kippenhouderij.
Daarnaast is een verkenning afgerond naar dergelijke plantages op (braakliggende) bedrijventerreinen. Deze terreinen, waar slechts een of twee bedrijfspanden op een verder kale vlakte staan, kunnen tijdelijk worden ingezet voor de teelt van biomassa.
Voordelen
Hier zijn verschillende voordelen aan te koppelen. Allereerst kunnen plantages de groene uitstraling van een gemeente versterken, doordat lokaal een duurzame grondstof wordt opgebouwd. Daarnaast kunnen wilgenplantages worden opgenomen als permanente groenvoorziening van het terrein. Beheer van het groen kan op termijn kostenneutraal of zelfs winstgevend worden uitgevoerd.
Bijkomend voordeel is dat wilgenplantages een positieve bijdrage leveren aan de biodiversiteit van het bedrijventerrein. Uit de verkenning van Phobos blijkt tevens dat er in Nederland circa 2.000 hectare aan braakliggend bedrijventerrein geschikt is voor de aanleg van wilgenplantages. De partij ging op zoek naar pilotlocaties, om het concept in de praktijk te brengen.
Hierbij werd gebruik gemaakt van de landelijke IBIS-database met (in ontwikkeling zijnde) bedrijventerreinen. Bij dertien gemeenten en een private partij is vervolgens verkend of er interesse is voor de aanleg van (tijdelijke) wilgenplantages op bedrijventerreinen.
Positief
Gemeenten blijken over het algemeen positief tegenover de aanleg van tijdelijke wilgenplantages te staan. Hoewel men kansen ziet om hiermee een functionele bestemming te geven aan deze terreinen, zijn er ook aarzelingen.
Zo is men bang dat de toekomstige ontwikkeling van het bedrijventerrein kan worden gehinderd, doordat er met de aanleg van dergelijke plantages een vorm van natuurontwikkeling optreedt. Een ander mogelijk knelpunt is de benodigde braakligtermijn. Om de investering (2.700 tot 4.000 euro per hectare) terug te verdienen moet de plantage langere tijd in stand worden gehouden, bij voorkeur zes jaar of langer.
Conclusie
De belangrijkste conclusie uit de verdieping door Probos is dat er juridisch, planologisch en teeltechnisch geen (onoverkomelijke) belemmeringen zijn om (tijdelijke) wilgenplantages op bedrijventerreinen aan te leggen. De plantages zouden bovendien goed passen in diverse beleidsdoelstellingen en –ambities.
Fotografie door: Martijn Boosten (eerste twee foto's) en Probos (laatste foto)