Risico’s, meer dan een getal

Met de Omgevingswet in wording laait de discussie weer op over hoe om te gaan met milieurisico’s. Weegt de maatschappelijke opinie over risico’s op tegen de harde cijfers?  

Onlangs deed Duurzaam Gebouwd verslag van het congres Omgevingswet. Centraal stond de afwegingssystematiek voor het omgaan met milieurisico’s bij gebiedsontwikkeling. Niet alleen is gekeken naar het gevaar voor de volksgezondheid bij het overschrijden van normen, ook de maatschappelijke kosten (en baten) van maatregelen werden in ogenschouw genomen.

Toch lijkt het erop dat de politiek zich eerder laat leiden door hoe er over risico’s wordt gedacht en gepraat, dan de min of meer exacte berekeningen van de risico’s. Die maatschappelijke opinie is vaak zelfs van grotere doorslag dan de technische specificaties van risico’s. Hoe laatstgenoemde werkt? Een voorbeeld:

Bij een rekenkundige benadering van risico’s (KANS  x GEVOLG) kan een risico technisch én milieukundig twee dingen betekenen: de kans is groot, maar de gevolgen zijn relatief gering. De kans kan ook erg klein zijn, maar de gevolgen enorm. Vergelijk bijvoorbeeld jaarlijks één dode per dag in het verkeer met het jaarlijks neerstorten van een vliegtuig met 365 doden. Hetzelfde risico, maar we beschouwen deze risico’s niet als gelijkwaardig.

Voor de wijze waarop we omgaan met de grote verscheidenheid aan stoffen en gebeurtenissen hanteert de overheid vooral de technische risicobenadering. Die benadering levert een maatlat om, ongeacht de aard van een stof of gebeurtenis, de kans op nadelige effecten te vergelijken en normen vast te stellen.

Dezelfde norm
Sinds het Milieubeleidsplan in 1989 geldt daarbij voor alle dossiers dezelfde norm. Een niet-natuurlijke (milieu)situatie mag  sinds het eerste Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) in principe niet meer dan een procent toevoegen aan de sterftekans van de sterkste bevolkingsgroep in ons land, maar dan in een natuurlijke situatie.  

Een kwart eeuw geleden waren dat kinderen in de leeftijdscategorie twaalf tot zestien jaar met een sterftekans van jaarlijks één op tienduizend, ofwel 10-4. Een procent daarvan is 10-6. Een norm die, sinds de vuurwerkramp in Enschede, vooral bekend is voor externe veiligheid maar de onderlegger is voor alle milieunormen in ons land.

Pas de laatste jaren bestaat er een groeiende belangstelling voor vermenging van meer objectieve technisch-wetenschappelijke met subjectieve belevingsaspecten van risico’s. Dat komt doordat het vanwege de druk op de ruimte niet langer mogelijk is om altijd en onder alle omstandigheden absolute veiligheid te garanderen. Acceptatie van een zeker risiconiveau is daarom onomkoombaar.

Gebiedsontwikkeling Overhoeks, Amsterdam

Zoektocht naar handvatten
Om die reden moet ook in het kader van de nieuwe Omgevingswet, gezocht worden naar handvatten voor een evenwichtige en transparante belangenafweging voor de acceptatie van risico’s. Niet alleen de kans op en de gevolgen van risico’s spelen daarbij een rol. Ook de risicoperceptie en niet te vergeten maatschappelijke kosten en baten.

Beleidsmakers, onderzoekers en adviseurs bedoelen met dat laatste vooral kosten voor maatregelen om risico’s weg te nemen en opbrengsten in termen van risicoreductie. Veel minder wordt rekening gehouden met indirecte kosten en baten. Denk aan waardevermindering als gevolg van bodemverontreiniging, maar vooral ook waardecreatie door vastgoed- en gebiedsontwikkeling en de maatschappelijke spin off die dat heeft.

Het zijn vooral deze maatschappelijke beleving en indirecte kosten en baten die een rol spelen bij de vrije afwegingsruimte die vooral op lokaal niveau moet worden gemaakt en waartoe het publieke domein prima in staat is. Politiek laat zich immers leiden door hoe er over risico’s wordt gedacht en gepraat. Eenvoudigweg omdat zij weet dat risico’s meer zijn dan een getal.

Auteur: Bas van de Griendt is als manager MVO en Duurzaam Ontwikkelen verantwoordelijk voor de duurzaamheidsagenda van Bouwfonds Ontwikkeling. Titel en inhoud van deze blog zijn o.a. ontleend aan hoofdstuk 2 van ‘Grond voor zorg. Stof tot nadenken’.

Deel dit artikel

permalink