Maatschappelijke partijen, het kabinet, sociale partners en milieuorganisaties hebben op hoofdlijnen overeenstemming bereikt om te komen tot een energieakkoord voor duurzame groei. De hoofdlijnen worden komende weken verder uitgewerkt, doorgerekend en voorgelegd aan de diverse betrokken partijen.
Een uiteindelijk akkoord moet afspraken bevatten over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Volgens de Sociaal-Economische Raad (SER) moet uitvoering van de afspraken leiden tot een betaalbare en schone energievoorziening, extra werkgelegenheid en kansen in schone technologiemarkten. Het akkoord moet leiden tot miljarden aan investeringen en garant staan voor duizenden extra banen.
De betrokken partijen zijn voornemens verschillende energiebesparingsmaatregelen te nemen, waarmee ruimschoots wordt voldaan aan de Europese doelstelling van anderhalf procent energiebesparing per jaar.
Revolverend fonds
Stimulans komt in de vorm van een revolverend fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving. Dit fonds maakt het voor groepen burgers mogelijk om rendabele besparingsmaatregelen te nemen. Ook kunnen zij financiering krijgen via hun energierekening.
Daarnaast zal worden bekeken hoe een versnelling in energiebesparing in het bedrijfsleven kan worden gestimuleerd en ondersteund. Grote ondernemingen maken hiertoe bedrijfsspecifieke afspraken.
2023
Noemenswaardig is dat de deadline voor het realiseren van zestien procent duurzame energie is verschoven, van 2020 naar 2023. Volgens SER moet de verschuiving zekerheid bieden aan investeerders, werkgelegenheid creëren en innovaties uitlokken die bijdragen aan versterking van de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. “De kosten bij wind op zee worden verlaagd doordat bedrijven inzetten op innovatie.
Het bedrijfsleven krijgt hiermee de kans een stevige concurrentiepositie op te bouwen in de wereldwijde markten. Er wordt geïnvesteerd in wind op land, binnen de kaders die met provincies zijn afgesproken en met meer mogelijkheden voor burgerparticipatie.”, aldus SER.
Prikkel
Burgers krijgen een aantrekkelijke prikkel om zelf lokaal hernieuwbare energie op te wekken in coöperatieve initiatieven, door middel van een belastingkorting. Ook zijn met banken en beleggers afspraken gemaakt om de financierbaarheid van grote projecten voor hernieuwbare energie te verbeteren. De afgesproken aanpak leidt tot zestien procent hernieuwbare energie in 2023, waarbij voldaan wordt aan het Europese doel van veertien procent in 2020.
Reactie UNETO-VNI
UNETO-VNI vertelt positief te zijn over de hoofdlijnen van het energieakkoord. “De extra impuls voor energiebesparing en duurzame energie is van groot belang voor de toekomstige werkgelegenheid in de sector”, aldus de installateursvereniging.
Omslag
Titia Siertsema, voorzitter van UNETO-VNI en expert bij Kennisplatform Duurzaam Gebouwd, is enthousiast: “Dit is een omslag in het denken over onze energievoorziening”. Siertsema vertelt dat het akkoord niet alleen gunstig is voor de portemonnee van woningbezitters en huurders, maar ook goed is voor de werkgelegenheid in de installatiesector en – vanzelfsprekend – het milieu.
De vereniging vertelt nog wel kritiek te hebben op bepaalde onderdelen van het akkoord: “Het is een gemiste kans dat het verplichte energielabel gesneuveld is in de onderhandelingen. Positief is wel dat burgers die een beroep willen doen op gunstige financieringsvoorwaarden, voor energiebesparing wél een volwaardig energielabel moeten overleggen.”, aldus Siertsema.