Een OSCAR-benchmark voor servicekosten van Nederlandse kantoorgebouwen laat onder andere een daling van gemiddelde servicekosten en vergroting van de transparantie zien. De benchmark is ontwikkeld door organisatie Jones Lang Lasalle en toont volgens de organisatie de voordelen van verduurzaming.
Uit de benchmark voor servicekosten van Nederlandse kantoorgebouwen zijn belangrijke inzichten te distilleren. Zo blijken de gemiddelde servicekosten te zijn gedaald met 2,1% ten opzichte van 2010, naar € 32,76 per vierkante meter verhuurbaar vloeroppervlak per jaar. Deze daling is toe te schrijven aan slimmer en efficiënter beheer door bijvoorbeeld aanpassing van het serviceniveau in gebouwen.
Winst
Jac Bressers, Director Management Services van Jones Lang LaSalle: “Als het gaat om servicekosten is de grootste winst te behalen door het terugdringen van de energiekosten. Daarnaast loont het om servicecomponenten beter af te stemmen op wensen van gebruikers. Met name de servicekosten die in de benchmark veel spreiding laten zien, bieden vaak mogelijkheden voor besparing.”
Voorbeelden verduurzaming
Bressers vertelt dat het rapport drie voorbeelden noemt van gebouwen waarbij de eigenaar aan de slag is gegaan met het verbeteren van het energielabel; in alle gevallen leverde dit aanzienlijke besparingen op. Maatregelen die onder andere genomen werden bij de duurzame aanpassing van deze gebouwen waren de aanleg van een WKO, vervanging van verlichting en installeren van een warmte-terugwininstallatie.
Verwarmingskosten
Verder blijkt uit de benchmark dat gebouwen met een energielabel van een hoge categorie lagere verwarmingskosten hebben dan gebouwen van een lagere categorie. Dat is in tegenstelling met de resultaten van de 2012-benchmark. Het elektraverbruik van kantoorgebouwen met een A- tot en met C-label ligt nog niet heel veel lager dan dat van kantoorgebouwen met een D- tot en met G-label. Volgens de organisatie laat dit zien dat op elektraverbruik nog veel bespaard kan worden.
De gegevens voor de benchmark zijn aangeleverd door diverse partijen: CBRE Global Investors NL en Bouwfonds REIM en door vastgoedmanagers Grontmij Vastgoedmanagement, MVGM, WPM Groep en Jones Lang LaSalle. De benchmark bestaat uit 356 objecten en 2,5 miljoen vierkante meter verhuurbaar vloeroppervlak, oftewel vijf procent van de totale Nederlandse kantorenvastgoedmarkt.