Eén op de vijf consumenten met spaargeld is van plan dit jaar in de woning te investeren (21%), zij hebben spaargeld gereserveerd voor geplande onderhoudswerkzaamheden. Dit blijkt uit het WoonOmnibus onderzoek van USP Marketing Consultancy dat is uitgevoerd onder ruim 500 consumenten.
Op de Nederlandse spaarrekeningen stond eind januari bij elkaar 328,4 miljard euro, circa zestien miljard meer dan een jaar eerder. Consumenten zijn onzeker over hun financiële situatie en houden de hand op de knip. Het merendeel van de consumenten is dan ook van plan om dit jaar het spaargeld verder op te bouwen. Toch is één op de vijf consumenten met spaargeld bereid dit specifiek te investeren in de woning (21%). Deze consumenten investeren met name in het onderhoud van de woning, zoals het onderhouden van de CV-ketel, buiten schilderwerk, de dakgoot of de schoorsteen.
Maatregelen hoger rendement
Voor 18% van de consumenten die niet van plan zijn spaargeld in de woning te investeren, zou het nemen van energiebesparende maatregelen waarvan het rendement hoger is dan de spaarrente die zij opbouwen met het spaargeld, een reden zijn om alsnog te investeren. In de communicatie vanuit de markt voor energiebesparing en duurzaamheid richting de consument staat het te behalen rendement vaak centraal, maar wordt de vergelijking met het opbouwen van spaargeld zelden gemaakt.
Hier liggen concrete kansen voor fabrikanten en leveranciers van energiebesparende systemen. Er is zeer veel informatie voor de consument beschikbaar, maar vaak is het voor de consument onduidelijk hoeveel er exact en binnen welke termijn bespaard kan worden. Wanneer meer inzichtelijk gemaakt wordt hoe de consument van een dergelijke investering kan profiteren en hoe dit zich verhoudt tot andere vormen van sparen of investeren, zou dit voor de consument wel degelijk een overhaalargument kunnen zijn om te investeren in energiebesparende maatregelen. Gezien de huidige lage spaarrente is het rendement van een energiebesparende maatregel namelijk snel hoger.
De consumenten die niet van plan zijn om hun spaargeld dit jaar in de woning te investeringen, zullen zich wel tot hun spaarrekening wenden voor noodzakelijke onverwachte uitgaven aan de woning. Zo geeft 49% van deze consumenten aan wel te investeren als apparaten of installaties in de woning die stuk gaan, vervangen moeten worden.