Energiezuinige woningen in heel Europa moeten bijdragen aan het verlagen van de CO2-uitstoot. Sociale verhuurders worden geacht met energiebesparende ingrepen dit actief op te pakken. Steun van de overheid hierbij echter is volgens onderzoek van Onderzoeksinstituut OTB een belangrijke voorwaarde.
In de sociale huursector in diverse Europese landen is het besef doorgedrongen dat CO2-uitstoot van woningen omlaag moet. Veel verhuurders zijn gemotiveerd hun woningbezit aan te pakken, maar toch is energiebesparing meestal geen vast onderdeel van het voorraadbeleid. Steun van de overheid lijkt een belangrijke voorwaarde voor daadkracht bij sociale verhuurders, ook in de landen waar de sector in staat is om zelf succesvolle renovatieprojecten op te leveren. Dat komt naar voren uit het recent verschenen boek Energy efficiency in housing management van de auteurs Nico Nieboer, Sasha Tsenkova, Vincent Gruis en Anke van Hal (red.). Anke van Hal is tevens expert binnen het Platform Duurzaam Gebouwd.
Belemmeringen
De beperkte mogelijkheden om de energie-investeringen door te berekenen aan de huurders, ervaren de sociale verhuurders als belemmerend, vooral omdat zij energetische investeringen duur vinden en deze niet op korte termijn kunnen terugverdienen. Huurders stemmen niet altijd toe in duurzaam renoveren omdat zij de hen voorgespiegelde besparingen op energielasten vaak wantrouwen, terwijl de huren wel omhoog gaan. In een aantal landen ontbreekt het tevens aan een geïntegreerd stelsel van subsidies en wettelijke verplichtingen om investeringen mogelijk te maken.
Stimulansen
De kans op uitvoering is vooral groot bij intrinsieke gemotiveerde verhuurders, maar ook zekerheid over de koers van de overheid draagt daaraan bij, in de vorm van financiële steun, voorwaardenscheppend beleid en afspraken, vastgelegd in normen en convenanten. Toch mag er meer initiatief van de sociale verhuurders zelf worden gevraagd, vinden de auteurs.
Belang van het onderzoek
Over de praktijk van energiebesparing in de sociale huursector is nog maar weinig bekend; vooral over de implementatie en het management dat daarbij nodig is. Het belang van het onderzoek is dat het dit nog bijna onontgonnen terrein in kaart heeft gebracht.
De deelnemende landen zijn: Zwitserland, Duitsland, Zweden, Engeland en Oostenrijk (waar de sociale huursector voorop loopt in beleid), Nederland en Frankrijk (waar energiebeleid nog in de kinderschoenen staat) en Slovenië, Tsjechië en Denemarken (waar de ambities in de sociale huursector betrekkelijk laag blijken). Canada komt als niet-Europees land eveneens in deze laatste categorie aan bod.
Voorbeeld voor Nederland
De sociale huursectoren die slecht afsteken bij de andere kunnen zich op basis van dit onderzoek serieus afvragen wat hiervan de oorzaak is. Vanuit Nederlands perspectief gezien is het bijvoorbeeld confronterend dat de sociale huursector in Oostenrijk, Duitsland en Zweden – landen die net als wij met een economische crisis kampen –er desondanks in slaagt veel woningen energiezuinig te maken.
Het boek
Energy efficiency in housing management; Policies and practice in eleven countries.
Nico Nieboer, Sasha Tsenkova, Vincent Gruis & Anke van Hal (red.).
2012, 266 pag., ISBN 978-1-84971-454-9, London / New York (Routledge).
Bestellen via www.routledge.com.
Over OTB
Het Onderzoeksinstituut OTB is gespecialiseerd in onafhankelijk onderzoek en advies op het gebied van wonen, bouwen en de gebouwde omgeving. Het instituut is onderdeel van de TU Delft.
De kernactiviteiten van het Onderzoeksinstituut OTB zijn Wetenschappelijk onderzoek; Onderzoek in opdracht van derden en beleidsadvisering; Universitair onderwijs, cursussen, studiedagen en congressen.