Studie ‘Naar een duurzamere warmtevoorziening van de gebouwde omgeving in 2050’

Uit de studie ‘Naar een duurzamere warmtevoorziening van de gebouwde omgeving in 2050’ – vorige week gepubliceerd door het Planbureau voor de Leefomgeving – blijkt dat een dubbele energiebesparing in de gebouwde omgeving mogelijk is door én gebouw- én gebiedsmaatregelen te nemen. Bijvoorbeeld isolatie van gebouwen én warmte-koudeopslag. Dit is ook nog eens rendabel voor eigenaren van gebouwen en warmteleveranciers.

Om de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving te beperken, is een combinatie van gebouw- en gebiedsmaatregelen het meest efficiënt. Samen kunnen ze zorgen voor15 tot 30 procent minder CO2-uitstoot. Het is financieel voordelig en levert in 2050 een grotere CO2-reductie op dan het nemen van alleen gebouwmaatregelen (zoals isolatie of efficiëntere verwarmingsinstallaties) of alleen gebiedsmaatregelen (zoals restwarmte, geothermie of warmte-koudeopslag).

 

Isolatie van bestaande gebouwen rendabel

De CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving kan in 2050 met 20 procent gereduceerd zijn als bestaande gebouwen beter worden geïsoleerd. Bij een stijgende aardgasprijs en een projectmatige aanpak tijdens de implementatie van de isolatie, kan een kwart van de huidige woningvoorraad en de helft van de utiliteitsgebouwen (kantoren, winkels en ziekenhuizen) rendabel worden geïsoleerd. Het gevolg: een beter energielabel.

 

Extra rendabele CO2-reductie

Bij gebiedsmaatregelen wordt er gebruik gemaakt van lokale warmtebronnen, zoals restwarmte van elektriciteitscentrales en industriële bedrijven en warmte-koudeopslagsystemen in de ondiepe ondergrond. Hierdoor vermindert het aardgasgebruik voor ruimteverwarming en douchen. Ook neemt de CO2-uitstoot af. Als de gebiedsmaatregelen samen met de gebouwmaatregelen worden toegepast, kan de CO2-uitstoot met nog eens 10 procentpunt verminderen.

 

Geothermie

In theorie kan geothermie – ook wel aardwarmte genoemd – een grote rol gaan spelen in de warmtelevering aan gebouwen. De benutbare warmtebronnen van geothermie bevinden zich diep onder de grond (circa 1 tot 3 kilometer). Als de exacte locaties voor een succesvolle boring bekend zouden zijn, kan geothermie de CO2-uitstoot met 1 tot 15 procent verminderen.

 

Belemmeringen

Eigenaren en gebruikers van gebouwen die overwegen om energiemaatregelen te nemen, ervaren vaak belemmeringen. Voorbeelden hiervan zijn problemen bij de financiering van de investering, verwachte overlast van de ingreep en onbekendheid met de maatregelen en voorkeuren. Ook als door deze belemmeringen slechts een beperkt aantal eigenaren en gebruikers energiemaatregelen neemt, is er nog steeds een aanzienlijk effect op de CO2-uitstoot. In 2050 kan daarmee 8 tot 15 procent van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving worden voorkomen.

 

Implicaties

De studie laat zien dat met financieel voordelige maatregelen in 2050 een CO2-reductie van 20 tot 30 procent in de gebouwde omgeving mogelijk is. Om dit te bereiken, kan het nationale klimaat- en energiebeleid het beste inzetten op zowel gebouw- als gebiedsmaatregelen. Welke maatregelen er precies in een gemeente kunnen worden genomen en of deze rendabel zijn, is afhankelijk van de lokale (fysieke) omstandigheden. Daarvoor is dan ook op lokaal niveau onderzoek en maatwerk nodig.

 

De pdf van het rapport kunt u downloaden via deze link.

Deel dit artikel

permalink

 

 

Links