De duurzaamheid van KOMO

DUBOkeur, BREEAM, PassiefBouwen Keur, Greenworks en het Cradle-to-Cradle certificaat. Het aantal keurmerken en rekenmodellen op het gebied van duurzaamheid neemt gestaag toe. Het vertrouwde KOMO keurmerk lijkt vooralsnog niet in die trend mee te gaan. Of toch wel? Vier vragen aan KOMO-directeur Lodewijk Niemöller.

Kunnen we binnenkort een KOMO DuurzaamheidsKeur verwachten?
“Nee, dat denk ik niet. Duurzaamheid is één van de aspecten die belangrijk zijn als je het hebt over de kwaliteit van bouwproducten, maar er zijn er meer. We gaan ook niet voor bijvoorbeeld brandveiligheid, constructieve veiligheid of energiezuinigheid aparte labels ontwikkelen. Dan is door de bomen het bos niet meer te zien."

Niemöller ziet KOMO als een integraal keurmerk voor de gehele bouwsector. "Zie je ons label, dan heb je de zekerheid dat voor dat product, bouwdeel, proces of die dienst de relevante karakteristieken op efficiënte, transparante en betrouwbare wijze zijn geborgd.”

Hoe zit de relatie tussen KOMO en duurzaamheid in elkaar?
“De basis voor duurzaamheid is de combinatie van een hoogwaardig ontwerp, kwalitatieve bouwproducten en een deskundige installatie en verwerking daarvan. Inclusief goed onderhoud! Binnen de KOMO-familie wordt aan al deze aspecten aandacht geschonken zodat het uiteindelijk bouwwerk optimaal en duurzaam functioneert. Wie KOMO bouwt, werkt dus zeker aan duurzaamheid.”

Gaan de huidige duurzaamheidskeurmerken eigenlijk samen met KOMO?
“Een ieder heeft natuurlijk zijn eigen verantwoordelijkheid over z’n eigen label. KOMO is een betrouwbaar merk en dat willen we ook blijven. Binnen KOMO nemen we pas thema’s op als ze onder accreditatie door de Nederlandse Raad voor Accreditatie kunnen worden gebracht. Dit betekent dat de beoordelingsrichtlijnen en de daarin aangegeven eisen eenduidig, transparant en objectief toetsbaar moeten zijn. De bepalingsmethoden voor duurzaamheid, zoals de levenscyclusanalyse, en de daarbij behorende gegevens voldoen nog niet altijd aan deze strenge eisen.”

Omdat KOMO die accreditatie-eis stelt, betekent dit wel dat het wat langer duurt alvorens zaken worden geïmplementeerd. Niemöller: "Maar als het eenmaal doorgevoerd is, dan weet ook iedereen dat het betrouwbaar en goed geregeld is. Helaas zien we op het gebied van milieu en duurzaamheid ook initiatieven waarbij opportunistisch een label gelanceerd wordt, gebaseerd op enkele marketing-technisch goed scorende items. Ik hoop alleen maar dat de markt dit ook inziet en dat soort initiatieven niet duurzaam blijken te zijn.”

Ziet de toekomst van KOMO er duurzaam uit?
“Aan de duurzame toekomst twijfel ik geen moment. Het belang aan certificatie in de bouw neemt alleen maar toe. Het overheidsbeleid is erop gericht dat de markt op dat vlak steeds meer haar verantwoordelijkheid neemt en onder eindgebruikers groeit de behoefte aan zekerheid over kwaliteit op het niveau van een compleet gebouw. We zijn nu dus druk doende met de ontwikkeling van gebouwcertificaten. Het ontwikkeltraject daarvan gaat zeker nog enkele jaren in beslag nemen."

Niemöller ziet ook een steeds belangrijkere rol voor de vakmanschap van de bedrijven die aan een gebouw werken. "Om dat vakmanschap te certificeren hebben we een groot aantal KOMO-procescertificatieregelingen ontwikkeld. Deze worden steeds vaker door professionele opdrachtgevers geëist. De vraag naar KOMO proces gecertificeerde verwerkers en installateurs neemt daardoor naar verwachting verder toe.”

“Maar goed, de vraag was vast anders bedoeld, dus op het vlak van duurzaamheid en ons keurmerk, zie je dat zowel eindgebruikers als producenten in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen steeds meer belang hechten aan profilering op dit gebied. Dan is het logisch dat je wilt vastleggen dat je producten aan bepaalde duurzaamheidsnormen voldoen." O

Niemöller vertelt dat ze momenteel nog geen certificaten hebben die puur de prestaties op het gebied van duurzaamheid weergeven. "We onderzoeken waar we daadwerkelijk toegevoegde waarde kunnen leveren. Als de consument waarde hecht aan het beperken van CO2-uitstoot, is een certificaat zinvol dat verzekert dat een product CO2-neutraal geproduceerd is. Aan de andere kant vinden wij ook helderheid richting de markt heel belangrijk: er moeten niet te veel labels komen. Vandaar ook dat we streven naar een constructie waarin KOMO als koepel fungeert voor alle voor de bouwsector relevante kwaliteitsaspecten en activiteiten.”

“Daarnaast volgen we met veel interesse de ontwikkelingen bij de stichting MRPI (Milieu Relevante Product Informatie) en de Stichting Bouwkwaliteit ten aanzien van de Nationale Milieudatabase en de EU. In deze databank worden milieuprofielen van bouwproducten verzameld, die straks door GreenCalc, BREEAM, GPR en DuboCalc gebruikt gaan worden in het berekenen van milieubelasting van bouwwerken."

Nu die milieugegevens een steeds belangrijkere rol bij aanbestedingen gaan spelen, valt er wat voor te zeggen om die profielen te certificeren, denkt Niemöller. "Er is inmiddels een initiatief gestart van verschillende KOMO certificatie-instellingen om een KOMO-beoordelingsrichtlijn voor milieu-informatie voor de Europese variant van het MRPI, de Environmental Product Declaration, te ontwikkelen.”

Meer informatie: KOMO

Deel dit artikel

permalink