Proefprojecten waarin overheid en bedrijfsleven duurzame energie- en materiaalvindingen demonstreren worden niet overgenomen door de markt of het bedrijfsleven. Dat blijkt uit onderzoek van Bart Bossink, bijzonder hoogleraar Technologie en Innovatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Zo lieten alle bedrijven in de bouw een pakket aan duurzaamheidsopties links liggen. Deze opties, zoals gebruik van puingranulaten en het toepassen van houtskeletbouw en vegetatiedaken, zijn in proefprojecten succesvol gebleken. Maar bedrijven vinden ze te ingewikkeld, te riskant of te duur.
Proefprojecten
Een ander voorbeeld is het uitblijven van grootschalige doorstroming van energiebesparende maatregelen – zoals gebruik van zonnewarmte, zonneboilers en zongerichte verkaveling - van de proefprojecten naar de gewone bouwprojecten.
Extra wetgeving was nodig om een fractie van de resultaten in de proefprojecten toegepast te krijgen in de overige bouwprojecten in het land. Ook huizenkopers werkten niet echt mee omdat ze vooral op zoek te zijn naar een leuk huis, waarbij duurzaamheid niet echt belangrijk is.
Het toepassen van uitvindingen voor de duurzame energie en duurzame materialen blijft dus beperkt tot de proefprojecten en de selecte groep deelnemers aan deze projecten.
20 jaar onderzoek
Bossink onderzocht de Nederlandse woningbouw over een periode van 20 jaar. Het blijkt dat de deelnemers aan de proefprojecten een zeer klein gesloten netwerk van bedrijven vormen die op hoog niveau innoveren in zowel duurzame energiemogelijkheden als materiaaltoepassingen.
De nieuwe kennis en mogelijkheden voor duurzaamheid worden daar ingesloten en is daarom niet toegankelijk voor de overgrote meerderheid. Dit resulteerde in de onderzochte periode in een percentage van 0,2 % duurzaam gebouwde innovatiewoningen.
De overige 99,8 % woningen werd op traditionele niet-duurzame wijze gebouwd.
De onderzoeksresultaten zijn verschenen in: Bossink, B.A.G. (2011) Managing Environmentally Sustainable Innovation; Insights from the construction industry. New York: Routledge, pp. 192, ISBN13: 978-0-415-87971-2
Bron: VU