Dit is deel 3 in de zesdelige serie isochroniteit geschreven door bouweconoom Hans Hidden. In een reeks van zes artikelen wil hij het begrip 'duurzaam vastgoed' verbreden.
Bij de fiscale levensduur kijken we naar het halen van belastingtechnische voordelen uit afschrijvingen, subsidies, gunstige financieringsvormen of uit andere stimuleringsregelingen.
Belastingtechnische voordelen worden in de kasstroom behandeld als inkomsten en verhogen hiermee het saldo dat contant gemaakt kan worden in de rendementsberekening.
Bij subsidies kan eerst worden geïnvesteerd om daarna het belastingtechnische voordeel te halen. Of dat voordeel de investeerder toekomt is niet direct zeker.
Verschillende vormen
Er zijn namelijk verschillende subsidievormen. Een objectsubsidie is bijvoorbeeld gekoppeld aan het object vastgoed, een subjectsubsidie aan het subject gebruiker. Sommige subsidies worden gespreid in de tijd uitgekeerd en de hoogte van een subsidie kan onderhevig zijn aan de grillen van de politiek.
De fiscale levensduur bij vastgoed eindigt wanneer er niet meer wordt afgeschreven op de vaste vastgoed activa die voor het berekenen van de belastbare winst wordt gebruikt en wanneer er met betrekking tot het vastgoed geen belastingtechnisch voordeel meer gehaald wordt uit subsidies, gunstige financieringsvormen of uit andere stimuleringsregelingen.
Optioneel
De belastingdienst geeft zelden bij voorbaat een garantie af waarmee de zekerheid wordt gegeven dat een bepaald belastingtechnisch voordeel ook daadwerkelijk wordt gehaald. Het is daarom dat de fiscale levensduur niet direct meedoet in de bepaling van de isochroniteit.
De fiscale levensduur wordt in het overzicht wel getoond maar blijft door de vele onzekerheden optioneel. Vergeet niet: gedurende elke levensduur stelt de juridische eigenaar, belegger, financier een eis aan het interne rendement.
Hans Hidden
Out of the Box Deel 1
Out of the Box Deel 2