Out of the box (Serie II, deel 2) Functioneel Economische Levensduur

 Dit is deel 2 in de zesdelige serie isochronitei geschreven door bouweconoom Hans Hidden. In een reeks  van zes artikelenwil hij het begrip 'duurzaam vastgoed' verbreden.

Een bouwkundige werkt met een functioneel PvE dat aangeeft welke functies het vastgoed, bij instandhouding en bedoelt gebruik, moet vervullen.  De commercieel econoom let op de marktpositie van het vastgoed, de markttechnische aspecten. Hier gaat het om de prijs-kwaliteitverhouding. 

De bedrijfskundige kijkt naar de afschrijving van de investering in het vastgoed en de financieel econoom is geïnteresseerd in de vraag of de kosten de baten niet te boven gaan.

Functionele levensduur
De bouwkundige definieert de functionele levensduur als de periode waarin het vastgoed kan voldoen aan de eisen en wensen van een bepaald soort gebruiker zonder dat het vastgoed wordt aangepast.  Deze levensduur kan eindigen wanneer deze gebruiker zijn eisen en wensen verandert.  

Bij vastgoed met een ruimtelijke - en technische flexibiliteit bestaat dan de mogelijkheid om deze levensduur te verlengen.

Niet courant
De commercieel econoom betitelt vastgoed als niet courant wanneer er op die locatie een aanmerkelijk beter alternatief voorhanden is met een betere verhouding tussen prijs en kwaliteit.  Het begrip kwaliteit is hier gerelateerd aan het bevredigen van behoeften.  

Deze behoeften kunnen bijvoorbeeld esthetisch, affectief, symbolisch maar ook sociaal, cultureel en maatschappelijk zijn ingegeven.

Levensduren
 De bedrijfskundige gebruikt het begrip fiscale levensduur en de financieel econoom het begrip financieel economische levensduur.  Wanneer we het in stand houden onderbrengen in de technische levensduur lijkt het begrip functionele levensduur overbodig geworden en is er ruimte ontstaan voor een nieuw begrip namelijk: de functioneel economische levensduur.

Vastgoed
De functioneel economische levensduur van vastgoed eindigt op het moment dat vastgoed de gebruikbehoeften van de economische eigenaar niet meer structureel voldoende kan bevredigen en/of wanneer er voor deze eigenaar een, markttechnisch gezien, aanmerkelijk beter alternatief voorhanden is.   

Gedurende elke levensduur stelt de juridische eigenaar, belegger, financier een eis aan het interne rendement.

Hans Hidden

Meer informatie: Out of the Box, deel 1

Deel dit artikel

permalink