Michael Braungart was onlangs het stralende middelpunt op een ter ere van hem gehouden mini-symposium op de TU Delft. Florian Eckardt schreef een verslag.
In de VPRO Tegenlicht uitzending "afval is voedsel" maakte Nederland vier jaar geleden kennis met de gedachtenwereld van Michael Braungart en William Mc Donough. Hun nieuwe kijk op materialen en ontwerpen voor duurzaamheid zette Nederlandse politici en ondernemers aan het denken. Ter ere van zijn benoeming als gasthoogleraar aan de TU Delft kreeg Braungart, van oorsprong chemicus, op 15 april een mini- symposium aangeboden.
Positieve footprints
In het boek "Cradle to cradle" worden de principes uitgelegd: afval is een door mensen geintroduceerd fenomeen waar we van af moeten. In de natuur is elk afval voedsel voor ander leven. Bij de mens is dit al lang niet meer zo: uranium, fijnstof, plastics en zijn gevolgen van een kortzichtige denkwijze die niet vol te houden is. Maar voor Braungart en Mc Donough gaat het streven naar zero emissie niet ver genoeg: zij denken in positieve in plaats van negatieve milieu footprints.
Door onze productiewijzen te vervangen door processen waarbij productcomponenten na gebruik herbruikbaar of composteerbaar zijn kunnen productie en groei weer vrij worden van emissiequota en dergelijke: het proces wordt oneindig herhaalbaar, sustainable. De metafoor van de kersenboom uit 'Cradle to Cradle': alles wat deze boom van zich geeft heeft voedt zijn omgeving, kers, pit, blad en hout. Hoe anders is dat met auto's, luiers en andere menselijke artefacten. Er is een lange weg te gaan tot de ambitie van C2C kan worden gehaald. Waar staan we vandaag?
Sprekers
Een aantal sprekers geeft hier antwoord op: prof. Michiel Haas, professor Materials & Sustainability bij Civiele Techniek: "Veertig procent van alle ruwe materialen wereldwijd gaan naar de bouwsector. Bij een passiefhuis verschuift het accent van energieverbruik naar materiaalgebruik: het heeft nog steeds materialen nodig, die bij reductie van de energiebehoefte de milieu impact uitmaken. Ook om onze energiebehoefte volledig uit wind, zon en andere onuitputbare energiebronnen te dekken is veel materiaal nodig. En dat is beperkt voorhanden. Zo ontstaat de gedachte aan zero- materials, met als voorbeeld een houten gebouw met bomen op het dak die weer hout produceren."
Een opmerking van prof. Peter Luscuere, de volgende spreker, sluit daar op aan: gemiddeld 94% van de toegepaste bouwmaterialen zijn beton/steenachtig. Het wordt dus moeilijk die allemaal te vervangen door materialen uit de overige 6%. Zeker als je bedenkt dat beton relatief goedkoop is.
Andy van den Dobbelsteen, hoogleraar Climate Design & Sustainability, legt uit dat de doelstellingen van Cradle to Cradle beter op stadsniveau te halen zijn dan op gebouwniveau. "Door de stad te zien als een relatie van complementaire energiebehoeftes- en uitgiftes kunnen gebouwen van elkaar profiteren. Een stad met interactieve deelnemers, zoals in de Rotterdamse REAP studie, in plaats van losse, zorg behoevende patiënten die aan een infuus liggen."
De laatste inleider is Michael Bittermann. Hij promoveerde op het onderwerp 'knowledge models'. "Het ontwerpen van gebouwen is al een complex besluitvormingsproces, helemaal als het gekoppeld wordt aan Cradle to Cradle, wat ook kwalitatieve aspecten heeft. Dan schiet een lineair meetmodel als BREEAM te kort: hoe bevat je zo een complex proces?" Bittermann onderzocht evolutionaire en neurologische modellen. Zijn conclusie is dat een ontwerpdoelstelling met brede ambities gebaat kan zijn bij een beslissingsstructuur naar neurologisch model.
Individuen
Michael Braungart vertelt dat Cradle to Cradle nu vier jaar in Nederland bekend is, maar nog te weinig mensen dragen het uit. Ook bij grote bedrijven gaat het uiteindelijk om individuen. Zo staat de ontwikkeling van de eerste pvc- en emissievrije televisie van Philips nu stil doordat de bedenker ervan ziek werd.
Ook bij DSM wordt de hele duurzame transformatie door vijf mensen binnen het bedrijf gedragen. Braungart: "een reden dat Cradle to Cradle hier aanslaat is dat Nederlanders minder bang zijn hun baas tegen te spreken dan Duitsers of Amerikanen. Ieder individu kan het verschil maken maar de top moet meewerken."
Geen energieprobleem
Braungart: "Het is ongelofelijk dat er nog in kerncentrales geïnvesteerd wordt als we weten dat het uranium op gaat raken: dat geld is dringend nodig om regeneratieve energiebronnen verder te brengen. Want een energieprobleem hebben wij niet: het is een conversieprobleem."
Ook het CO2-probleem is meer een carbonmanagement probleem, meent Braungart. "Wat is zero - emissie? Een zero CO2-boom zou dood zijn, en een mens heeft altijd emissie, 'zelfs bij zelfmoord'. Het systematisch verarmen van onze topaarde is ook een grote invloed op de CO2-vermeerdering: "wij hebben meer een soil-problem dan een oil-problem".
Ethische kwestie
Braungart: meent dat duurzaamheid geen ethische kwestie mag zijn: de meeste mensen verliezen hun ethische principes bij stress: geen romantiek, geen 'Mother Earth'-gedachtes maar begrijpen dat je gek zou zijn om nog zo door te gaan.
"Door strandspeelgoed en zonneolie drijft er meer plastic dan plankton in de zee: hoe hebben we het zo kunnen ontwerpen? De EU hanteert een lijst van verboden materialen in kinderspeelgoed. Waarom wordt dit niet andersom bekeken: als ik u te eten uitnodig, vertel ik u dan wat u niet krijgt? Wij zijn gewend aan schuldmanagement, maar "less bad isn't good enough". Niet zero als goal , maar groei: gebouwen en producten die iets teruggeven aan hun omgeving, de omgeving schoner en beter maken."
Hoe zit het dan met de overbevolking van onze planeet? Het argument uit Cradle to Cradle dat de biomassa van alle mieren op aarde vier keer zo groot is als die van alle mensen, en dat wij dus nog wel kunnen verviervoudigen is te kort door de bocht: onze ambities zijn toch duidelijk hoger dan die van mieren. Maar veel kinderen krijgen doen mensen gelukkig eerder bij existentiële angst dan in voorspoed.
Materiaalkunde
Vraag uit de zaal: hoe kunnen architecten de principes van Cradle to Cradle toepassen, moeten zij dan materiaalkunde gaan studeren? Braungart: "het belangrijkste is dat ontwerpers gaan denken en handelen in een positieve footprint. Niet het reduceren van afval, niet het minimaliseren maar het denken in een positief systeem waarin afval niet bestaat, zoals in de natuur."
Dat is waarschijnlijk het belangrijkste dat Braungart in Delft teweeg kan brengen: een mentaliteitsomslag.
Florian Eckardt
Eigenaar Architectenbureau Florian Eckardt