Betaalbaar wonen: Hoge investeringen resulteren in lage woonlasten

In Nederland komen weliswaar steeds meer sterk energiezuinige woningen te staan, maar het totaal aantal is nog steeds erg beperkt. De hoge investeringen worden vaak als grote belemmering gezien om energiezuinig te bouwen. Maar voorbeeldberekeningen in de Sleutel naar Concepten1, geschreven door Ragna Clocquet, adviseur bij DHV, laten zien dat wonen in een energiezuinig voor een gemiddelde bewoner goedkoper is dan voor een normale woning.

Lage woonlasten, nu en in de toekomst
Energieprijzen stijgen jaarlijks. Maar bij zeer energiezuinige woningen voelen de bewoners deze stijging nauwelijks in hun portemonnee. Daar komt bij dat het energieverbruik van deze woningen veel minder gevoelig is voor het gedrag van de bewoner. Zelfs onzuinige bewoners zijn dus relatief goedkoper uit. Tot slot zijn de woonlasten van dergelijke energiezuinige huizen nog lager dan van huizen die al volgens de recente energieprestatie-eisen zijn gebouwd.

Zowel kosten als baten
Extra ambities op energiegebied resulteren in extra investeringen. Extra investeringen betekenen een hogere hypotheek of een hogere huur. Als we alleen naar de extra investeringen kijken, kunnen banken, woningcorporaties, ontwikkelaars maar ook bewoners terugschrikken. Het lijkt niet betaalbaar.

Echter, de extra investeringen resulteren in lagere energierekeningen. De duurdere woning is wél betaalbaar als zowel de extra kosten als de extra opbrengsten in ogenschouw worden genomen: de hogere hypotheek/huur minus de verminderde energierekening.

Toekomstige energiekosten
Deze stijgende energieprijzen hebben behoorlijke consequenties voor de energierekening en daarmee voor de woonlasten. Als we de energieprijzen van de afgelopen jaren van het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS hanteren en de lijn van de prijsstijging van gas en elektriciteit doortrekken tot 2020, wat zijn de kosten in 2011 en in 2020, uitgaande van een gelijkblijvend energieverbruik?

We vergelijken een gemiddeld huishouden met een energieverbruik van ongeveer 1500 m3 aan gas en 3.500 kWh elektriciteit per jaar en een energiezuinig passiefhuis met een gasverbruik van 300 m3 en een elektriciteitsverbruik, mede door gebruik van A-label apparatuur en spaarlampen, van 2800 kWh per jaar. In grafiek 1 zijn de energiekosten weergegeven.

Energiebesparing levert direct maandelijks voordeel op. De uitwaaiende stijgende lijnen laten zien dat het verschil op termijn steeds groter wordt, het voordeel wordt voor energiezuinige woningen dus groter naarmate de energieprijzen verder stijgen. Dit betekent dat de totale woonlasten bij energiezuinige woningen in de toekomst minder stijgen.

Minder gevoelig voor bewonersgedrag
Een laag energieverbruik heeft nog een voordeel: een energiezuinig huis is minder gevoelig voor bewonersgedrag. Zelfs onzuinige bewoners zijn dus relatief goedkoper uit. De energierekeningen van twee identieke woningen kunnen fors verschillen, afhankelijk van de bewoners.

We vergelijken de energiekosten van een gemiddelde woning en een passiefhuis. Stel dat de energierekening van zuinige bewoners 30% lager is, van onzuinige bewoners kan de rekening meer dan tweemaal zo hoog zijn. Deze percentages gelden zowel voor een gemiddelde woning als een passiefhuis. In de grafieken 2 en 3 zijn de verschillen aangegeven.

Procentueel zijn de afwijkingen van het gemiddelde naar boven en naar beneden vergelijkbaar. In de absolute af te rekenen energiekosten maakt het verschil wel degelijk uit.

Extra investering, lage energierekening
Hoe ontwikkelen de woonlasten van een passiefhuis zich in de toekomst? Hiervoor bekijken we zowel de investering als de energiekosten van een passiefhuis (grafiek 1). Voor de extra investering gaan we uit van € 13.600. Hiervoor sluiten we een hypotheek af met 5% rente (vast voor 10 jaar). Uitgaande van een belastingtarief van 42%, bekent dit per jaar € 395 extra kosten aan hypotheekrente.

Ter bepaling van de woonlasten worden hierbij opgeteld de energiekosten per jaar. Deze woonlasten zijn afgezet tegen de EPC 0,6 referentiewoning, die geen extra hypotheek hoeft af te sluiten (geen meerkosten), maar wel te maken heeft met de stijgende energiekosten2. De woonlasten van een passiefhuis ten opzichte van een epc 0,6 woning zijn al binnen enkele jaren lager, en het verschil met een woning met een hogere energierekening wordt in de toekomst alleen maar groter.

Energiebesparing loont
Dit voorbeeld toont aan dat energiebesparende maatregelen weliswaar vragen om extra investeringen, maar dat op korte termijn de woonlasten al lager zijn. Ook in energiezuinige woningen is het betaalbaar wonen!

Noten
[1] Onlangs is de Sleutel naar Concepten gepubliceerd. In deze publicatie, geschreven door advies- en ingenieursbureau DHV en uitgegeven door Aeneas, worden handvaten gegeven voor het kiezen van energiezuinige concepten. De Sleutel naar Concepten maakt deel uit van de reeks van Toolkits: Toolkit Duurzame Woningbouw, Toolkit Bestaande Bouw en Toolkit Duurzame Kantoren.
 [2] Uitgangspunt is 560 m3 gas en een gemiddeld elektriciteitsverbruik van 3500 kWh per jaar.

Tekst: Ragna Clocquet, adviseur bij DHV

Deel dit artikel

permalink