Stadskoude is een manier van koelen waarbij gebruik wordt gemaakt van koud water uit diepe meren rond de stad. Het college van B&W bekijkt welke rol de gemeente kan spelen bij het gebruik van deze methode in de nabije toekomst.
Stadskoude wordt al op twee plekken in de stad succesvol toegepast: de Zuidas en Zuidoost. Koud water wordt via een centrale uit respectievelijk de Nieuwe Meer en de Ouderkerkerplas gepompt, via buizen naar een bedrijventerrein gebracht en daar gebruikt voor het koelen van gebouwen en ICT-systemen. Hiermee wordt het gebruik van elektrische koelmachines en schadelijke koelvloeistoffen beperkt.
Datacenters
De vraag naar stadskoude groeit onder andere door de toename van het aantal datacenters. Het grootschalige aanbod uit de diepe meren rond Amsterdam kan aan deze vraag voldoen. Gebouwen die aangesloten zijn op stadskoude gebruiken geen elektrische airco's. Ze besparen daardoor elektriciteit en schadelijke koelvloeistoffen. Vergeleken met elektrische koeling wordt met stadskoude 75% minder energie verbruikt.
Toepasbaarheid
Stadskoude is duurzaam, maar de kosten voor het netwerk zijn hoog. Daarom kan stadskoude alleen rendabel worden toegepast als het gebouw dat gekoeld moet worden dicht bij een diep meer ligt.
Voorbeelden hiervan zijn: Teleport, Zuidas en Zuidoostlob die in de buurt liggen van de Sloterplas, de Noorder IJ-plas, de Nieuwe Meer, de Ouderkerkerplas, de Gaasperplas en de IJmeerput. Er kunnen ook andere bronnen op een koudenet worden aangesloten, bijvoorbeeld de restkoude van industriële productieprocessen.
Stadswarmte
Op het gebied van stadswarmte is de gemeente al actief. Het Afval Energie Bedrijf verbrandt in Westpoort huishoudelijk afval. Hiermee wordt elektriciteit opgewekt en wordt restwarmte geleverd. Restwarmte wordt gebruikt om woningen te verwarmen. Zo wordt per woning 1 ton CO2 bespaard.
Rol gemeente
In Amsterdam is Nuon initiatiefnemer en investeerder bij het ontwikkelen en toepassen van stadskoude. De gemeente schept op dit moment alleen de randvoorwaarden. Het college onderzoekt welke rol de gemeente in de toekomst kan nemen.