De aangepaste groenregeling is bedoeld om duurzame renovatie van bestaande gebouwen te stimuleren, maar maakt nieuwbouw juist aantrekkelijker. Terwijl het meeste bespaard kan worden op renovatie, is het financiële voordeel voor de bouw van nieuwe panden groter dan voorheen. Deze groenregeling staat de milieudoelstelling, om in 2020 een besparing van 30 procent op de uitstoot van CO2 te realiseren, in de weg. Een artikel van Ariane Kaper van DHV.
Door de economische malaise neemt de leegstand van kantoor- en bedrijfsruimte toe. Nederland telt 45,6 miljoen vierkante meter kantoorruimte. Ondanks een enorme leegstand van 6,7 miljoen m2– gelijk aan 960 voetbalvelden – komt er jaarlijks circa 450.000 m2 nieuwe kantoorruimte bij.
De leegstand neemt door de kredietcrisis toe en de verkoop van panden stagneert, zo constateerden het Agentschap NL en het ministerie van VROM dan ook eerder. Dit maakt het opwaarderen van bestaande gebouwen noodzakelijk.
De Groenregeling
Om duurzaam bouwen te stimuleren is de groenregeling in het leven geroepen. Tot 2010 was deze regeling alleen van toepassing op de koplopers onder nieuwe, duurzame utiliteitsgebouwen. Sinds begin dit jaar wordt ook duurzame renovatie financieel gestimuleerd. Nu kan er, afhankelijk van de totale energiebesparing, tot 600 euro per m2 ‘groen’ worden gefinancierd. Dan moet een bestaand pand wel net zo energiezuinig worden als nieuwbouw.
Maar er is een tegenstrijdigheid in deze nieuwe regeling geslopen. Terwijl de leegstand van kantoorpanden erkend is, verhogen de nieuwe regels de subsidie voor duurzame nieuwbouw. Het bedrag dat groen gefinancierd kan worden is voor zeer duurzame nieuwbouw opgetrokken van 400 naar 600 euro per m2.
Daarnaast is de beperking tot 5.000 m2 per project komen te vervallen. Door de nieuwe regeling is het voordeel voor een gemiddeld nieuw gebouw met 10.000 m2 vloeroppervlak drie keer groter geworden.
Stop bouw nieuwe kantoren
Nederland stoot jaarlijks ongeveer 220 miljoen ton CO2 uit. Kantoren veroorzaken 8,4 miljoen ton CO2 (3,8%) en zijn dus medebepalend voor de CO2-uitstoot. Met de aanpassing van de groenregeling willen de ministeries van VROM en Financiën bijdragen aan de kabinetsdoelstelling om in 2020 de CO2 -emissies met 30 procent te verminderen.
Willen we een impact maken, dan zullen we moeten stoppen met de bouw van nieuwe kantoren. Er valt namelijk een factor twintig tot veertig meer te besparen op de uitstoot van CO2 door bestaande panden duurzaam te renoveren in plaats van nieuwbouw neer te zetten.
Bij nieuwbouw heb je te maken met de aanleg van nieuwe infrastructuur. Maar de grootste winst komt door het hergebruik van bestaande installaties en materialen die nog niet aan het einde van hun leven zijn.
Milieudoelstellingen
Een groenregeling om bouwactiviteiten te stimuleren is in deze economisch moeilijke tijd meer dan welkom, maar niet als het de milieudoelstellingen in de weg staat. Door de vernieuwde groenregeling wordt het nóg gemakkelijker gemaakt om gebouwen met achterstallig onderhoud te vernietigen, om vervolgens met nieuwe materialen vaak dezelfde gevel, kozijnen en installaties weer op te bouwen.
Op papier is wel duidelijk dat het opwaarderen van een bestaand gebouw meer resultaat oplevert dan nieuwbouw. Maar net als Nederland nog moet wennen aan de term duurzaam, moeten we nu ook wennen aan renovatie. Beide begrippen worden namelijk te vaak geassocieerd met ‘moeilijk’, ‘duur’ en in het laatste geval soms zelfs ‘saai’ of ‘lelijk’. En dat terwijl er genoeg voorbeelden zijn van renovatieprojecten die met een beperkt budget een nieuw leven geven aan een oud pand. Om een paar te noemen: het Rijkswaterstaat-kantoor Westraven in Utrecht, Central Post in Rotterdam en het stadhuis in Zutphen.
Op dit moment is DHV ook bezig haar eigen hoofdkantoor in Amersfoort duurzaam te renoveren. Het gebouw uit 1970 krijgt een geheel nieuw leven zonder dat het kenmerkende karakter van het gebouw verloren gaat. Door de integrale aanpak van het project komt er een duurzamer ontwerp op tafel, dat uiteindelijk energiebesparing oplevert tijdens de exploitatie. Door renovatie wordt het gebouw opgekrikt van een label G naar een label A. Qua kosten wordt er veel bespaard. DHV kan op een jaarlijkse energiebesparing van 100.000 euro rekenen.
Nederland heeft dit soort succesverhalen nodig. Hoe meer voorbeelden van duurzame renovaties we zien, hoe sneller we de milieudoelstellingen gaan halen. Maar zonder afschaffing van de subsidie op nieuwbouwkantoren en duidelijke keuzes van de overheid wordt het een lastige strijd.
Dit artikel is geschreven door: Ariane Kaper, duurzaam bouwadviseur DHV