De weken voorafgaand aan het congres Cradle to Cradle 2.0 leggen we diverse Duurzaam Gebouwd-experts en sprekers van het congres de stelling voor: 'De bouwindustrie komt in zwaar weer als ze Cradle to Cradle niet adopteren'. Dit keer spreker op het Cradle to Cradle 2.0-congres directeur van William McDonough + Partners EU Kees Noorman.
'De bouwindustrie komt in zwaar weer als ze Cradle to Cradle niet adopteren'
Ik zou graag als antwoord willen geven: omdat de ontwikkelaars dat van hen verlangen, of omdat (institutionele) beleggers hun panden niet meer afnemen en nog liever: omdat de huurders, huizenkopers, medewerkers en consumenten dat niet meer accepteren.
De realiteit is echter, dat we niet van één speler in een lange keten kunnen verwachten dat die zich aanpast als de wereld er omheen haar gedrag niet verandert.
Zoals altijd in de discussies over duurzaamheid (vreselijk woord) trek ik het breder. De wereld komt in zwaar weer als we Cradle to Cradle (of hoe je dat zelf wilt noemen) niet adopteren. Andy van der Dobbelsteen geeft ook aan in zijn inaugurele rede van 5 maart jl. dat de kringlopen gesloten moeten worden omdat er continu waardevolle grondstoffen worden vervangen voor laagwaardig, en vaak schadelijk, afval dat niet kan worden hergebruikt.
Een klein kind snapt dat we dit niet ongestraft kunnen blijven doen. Ik maak me, misschien naïef, wat minder zorgen over de energievraag. Ik schrijf deze reactie vanuit Sjanghai. Daar verbleekt de situatie in Nederland bij.
Weggooien zit zo diep in onze cultuur besloten. Waar is die plek 'weg' ook alweer? Het is een plek, onzichtbaar, achter een muurtje, we voelen ons er in ieder geval niet verantwoordelijk voor. Elke taal heeft er wel een woord voor: 'To throw away'. We ontrekken grondstoffen aan de aarde, maken er een product van en na gebruik gooien we het weg. Direct of via een recycling tussenstapje eindigt het op de vuilstort of in de verbrandingsoven. Stel je toch eens voor hoe groot die dagelijkse afvalberg is, ik schaam me.
Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij de producenten van bouwproducten, wij (Willam McDonough+Partners) worden bij onze projecten geconfronteerd met een enorme onwetendheid (bewust en/of onbewust) over de samenstelling van eigen producten (“wij kijken alleen naar de functionaliteit”). De tijd komt eraan dan de producenten ook verantwoordelijk zullen worden gehouden voor de indirecte schadelijke effecten van hun producten. Wie staan er op? Partijen als Desso en Delta Projectontwikkeling in Nederland nemen leiderschap en zien, behalve omzet, ook arbeidsvreugde en loyaliteit toenemen.
Mijn ervaring is dat er rond duurzame (vastgoedontwikkelings-)projecten zo’n enorme positieve energie vrijkomt bij de deelnemers van zo’n project Dat ik me maar moeilijk kan voorstellen dat deze weer te motiveren zijn voor het conventionele stampwerk. Kijk naar de gretigheid van de architecten- en ingenieursbureaus bij de wedstrijd over duurzaam drijvend wonen. Het kan allemaal wel. Dat ben ik met Douwe Jan Joustra van Agentschap NL eens. De nieuwe garde komt er aan!
Maar Nederland pas op! Wij denken altijd dat we gidsland zijn op het gebied van duurzaamheid. Ook al waren wij het eerste land dat Cradle to Cradle grootschalig omarmde. We lopen het risico dat andere landen door bestuurlijke daadkracht ons het initiatief uit handen gaan nemen, maar daarover later meer.
Kees Noorman