Wekelijks geven we op Duurzaam Gebouwd lezers de kans om een column te schrijven over een brandende kwestie. Deze week de column van René de Klerk, directeur van Rendem int. Ook een keer een column schrijven? Stuur een e-mail naar: g.vos@duurzaamgebouwd.nl.
In een tijd waar iedereen het heeft over hoe 'duur' duurzaamheid is wordt niet of nauwelijks gekeken naar de mogelijkheden buiten duurzaamheid om diezelfde duurzaamheid te financieren.
Duurzaamheid kun je zoeken in materiaalgebruik, energie besparen of genereren, MVO, een score van een greenlabel enz. Kost allemaal geld bij aanvang/aanschaf wat vaak postconsumer (gedeeltelijk) terugverdienbaar is.
Is duurzaamheid een principiële keuze dan komt het geld er wel maar ten koste van iets anders. Een compromis binnen het wensenpakket van de opdrachtgever. Is duurzaamheid slechts een wens of streven dan kan het niet duurder zijn dan conventioneel of het verdampt in het criterium 'de meest =economische inschrijving'.
Traditioneel denken
Binnen een conventioneel traject is duurzaamheid een luis in de pels van traditioneel denken. Alles moet hetzelfde blijven, de manier van denken, werken, de volgorde, de constructie...en oh ja, dat en dat onderdeel moet wel duurzaam. In een niet duurzaam traject wordt een duurzaam aspect geperst. Het past niet, er moeten aanvullende maatregelen voor genomen worden en voor je het weet heb je een nog minder duurzaam geheel met een ingekapseld stukje duurzaamheid.
Duurzaamheid is nieuw, vraagt om innovatie, volledig anders denken van idee tot realisatie. Hier zit gelijk de oplossing. Ik heb nog al eens voor uitdagingen gestaan, waarbij het budget nog niet de helft vertegenwoordigde van het eisenpakket. Waarbij de beschikbare tijd een fractie is van wat normaal gesproken noodzakelijk is.
Je weet niet hoe
Je kunt dan twee dingen doen. Alle energie richten op aantonen dat het niet kan, je daarvoor indekken en proberen meer tijd en geld los te krijgen… of je stelt dat het gevraagde mogelijk is...maar je weet nog niet hoe.
Ik heb gekozen voor het laatste. Alle energie en met vol vertrouwen geloven in.. nee weten dat het haalbaar is. Dan het "egelprincipe" hanteren (een vinding van Jim Collins uit zijn boek "Good to Great") volhouden, volhouden en vervolgens volhouden. De overige betrokkenen (van in eerste instantie met de hakken vol in het zand via afwachtend en voorzichtig geïnteresseerd naar onwillig enthousiast en uiteindelijk medestander) leveren hun onschatbare bijdrage en de synergie van
(heel even) vrijdenkende geesten maakt krachten los die ongekend zijn.
Het lukte altijd, binnen de tijd, binnen het budget en naar tevredenheid van alle betrokkenen. (Mocht bij een volgend project een deel van dezelfde mensen betrokken zijn, begint het hele circus weer van voor af aan, maar dit terzijde.)
Mooi verhaal maar wat heeft het met duurzaamheid te maken. Goed, het innovatieve proces als geheel levert meer op dan de som van de delen, een ongelooflijke prestatie in korte tijd, veel waarde voor (belachelijk) weinig geld…
Rem erop
Nog interessanter is de serendipiteit van het proces. Je zoekt het antwoord op iets wat onmogelijk is maar waarvan je hebt gesteld dat het wél mogelijk is. Je dwingt elkaar vrijwillig buiten alle conventionele paden te denken en dan komt het los.
Het regent niet-oplossingen die elkaar inspireren en versterken en uiteindelijk is daar de oplossing, die soms niets meer te maken heeft met waar naar gezocht werd maar vaak beter geschikt is als antwoord op de vraag en die (opvallend) niet duur is. Het in zeer korte tijd oplossen van één onmogelijke opdracht stimuleert het op gelijke wijze oplossen van de overige. Voor je het weet moet de rem erop.
Voor duurzaamheid is dit wellicht dé oplossing. Via bovenstaand proces (Eco-Engineering) kun je de 'toevalligheidfactor' controleren zonder het positieve effect ervan te verliezen.