Stichting W/E adviseurs duurzaam bouwen
Marjolein van der Klauw heeft bij W/E Adviseurs onderzoek gedaan naar de succesfactoren voor duurzaam bouwen beleid bij gemeenten. Gezien de politieke verschuiving die zal plaatsvinden na de gemeenteraadsverkiezingen in maart is het een uitstekend moment voor gemeenten om een nieuwe impuls te gaan geven aan duurzaam bouwen!
Marjolein van der Klauw is momenteel adviseur Energie en Duurzaamheid bij het Centrum voor Innovatie van de Bouwkolom. In deze functie werkt ze aan diverse projecten, waaronder Meer dan Bouwen. In dit project komen per regio bouwbedrijven en opdrachtgevers bij elkaar om te leren en te discussiëren over duurzaam bouwen.
Hoe ben je tot dit onderzoek gekomen?
"Toen ik bij W/E adviseurs aan mijn afstudeeronderzoek wilde beginnen, kwamen we al snel tot het inzicht dat er bij W/E veel visies waren waarom sommige gemeenten succesvoller zijn met duurzaam bouwen dan anderen. Er was echter nooit een gedegen onderzoek gedaan in hoeverre deze visies plausibel waren. Ik zag het als een interessante academische vraag om te analyseren wat structureel de factoren zijn waardoor succesvolle gemeenten betere resultaten boeken dan andere gemeenten. De meerwaarde van dit rapport is tevens dat ik veel praktijkvoorbeelden heb opgenomen, waar de gemeenten inspiratie en motivatie uit kunnen halen."
Hoe is het onderzoek opgebouwd?
"Voor het onderzoek heb ik 10 gemeenten geselecteerd die allemaal substantiële inspanningen leveren om duurzaam te bouwen. Het vergelijken van succesvolle gemeenten met gemeenten die helemaal niks doen is namelijk zinloos. Deze 10 gemeenten heb ik verdeeld in de 5 meest succesvolle en de 5 minder succesvolle binnen de selectie. Vervolgens zijn er 42 hypothesen opgesteld op basis waarvan ik succesfactoren zou kunnen benoemen en hiervan bleken er uiteindelijk 15 significant. Deze hebben uiteindelijk geleid tot de 13 aanbevelingen."
Wat zijn de voornaamste conclusies?
"Elke aanbeveling is natuurlijk een interessante conclusie, maar wat eigenlijk het meest waardevolle inzicht is - vooral voor de consultants onder ons - is dat elke gemeente uniek is. Wat succesvol is voor grote gemeenten, kan ontoepasbaar zijn voor kleine gemeenten. En waar de ene veel succes boekt met implementatie van beleid, boekt de ander zijn successen met prestigieuze individuele projecten. Gelukkig zijn er ook overeenkomsten bij succesvolle gemeenten te vinden en die bevinden zich vooral in sterke interne samenwerking en communicatie, en voldoende beschikbaarheid en kwaliteit van budgetten en werknemers om te ambities te bereiken."
Wat zijn de meest succesvolle gemeenten en hoe zou je die typeren?
"Er waren vier gemeenten in mijn onderzoek die eruit sprongen als succesvol: Waalwijk, Eindhoven, Apeldoorn en Den Haag. Het begin van hun succesvolle ontwikkeling wijd ik aan een grote mate van enthousiasme en doorzettingsvermogen bij politiek en beleidsmakers. Daarna speelt vooral continuïteit en uitbouw van competenties een rol, bijvoorbeeld door het vormen van een Bureau Duurzaamheid en goed ingelichte projectleiders."
Wat gebeurt er met de leidraad?
"Het is vooral de bedoeling dat het rapport en de aanbevelingen zich zo goed mogelijk gaan verspreiden bij gemeenten en andere geïnteresseerden. Het rapport is vrij inzichtelijk voor ieder en het is de bedoeling dat elke gemeente er zijn voordeel mee doet. De politieke verschuiving die zal plaatsvinden na de gemeenteraadsverkiezingen in maart zal ook een uitermate geschikt moment zijn om een nieuw impuls te geven aan duurzaam bouwen!"
Zijn de aanbevelingen ook relevant voor bestaande bouw, zo ja… waarom?
"De aanbevelingen zijn zeker bruikbaar bij gemeenten die graag hun bestaande bouw duurzaam willen renoveren. Ook hier zijn wethouders, beleidsmakers en projectleiders betrokken en die moeten allemaal hun steentje bijdragen om ambities te halen. Ook bij bestaande bouw speelt heldere communicatie naar ontwikkelaars, bouwers en bewoners een cruciale rol. Met name de beschikbaarheid van financiële middelen voor duurzaam renoveren zal voor bestaande bouw een belangrijke succesfactor zijn!"
Bekijk het Onderzoek
De 13 succesfactoren voor duurzaam bouwen (samengevat)
1. Creëer een open cultuur voor innovatie en vernieuwing ten bate van duurzaam bouwen.
2. Aanpak op projectbasis is te overwegen. Door slechts één of enkele projecten aan te wijzen als innovatieve projecten met een toonaangevend duurzaam karakter, is de kans van slagen groter.
3. De Gemeenteraad dient politieke druk uit te oefenen op wethouders op het behalen van ambities voor duurzaam bouwen. Het regelmatig ter discussie stellen van de voortgang op het behalen van korte en lange termijn doelen, houdt de aandacht gericht op het verwezenlijken van ambities.
4. De Gemeenteraad dient gebruik te maken van het Raadsinitiatief wanneer zij constateert dat wethouders en beleidsmakers zich onvoldoende inspannen voor duurzaam bouwen. In een dergelijk Raadsinitiatief kunnen ambitieuze doelstellingen vastgesteld worden of beleid om deze doelen te halen.
5. De wethouder Milieu moet (1) zijn ambtenaren en afdelingshoofden stimuleren om zich in te zetten voor duurzaam bouwen en waar mogelijk hierover met haar ambtenaren en afdelingshoofden in gesprek gaan, (2) zich inzetten in het voorzien van middelen en capaciteit voor het realiseren van ambities, (3) opkomen voor de belangen van duurzaamheid bij discussies met andere wethouders over nieuwe projecten en (4) op lokaal en landelijk niveau aandacht geven en vragen voor innovatieve duurzame projecten en beleid.
6. De wethouder Ruimtelijke Ordening / Gebiedsontwikkeling moet (1) zijn projectleiders en afdelingshoofden stimuleren om zich in te zetten voor duurzaam bouwen, (2) zich inzetten in het voorzien in benodigde middelen en capaciteit, (3) opkomen voor de belangen van duurzaamheid bij discussies met andere wethouders en (4) op lokaal en landelijk niveau aandacht vragen voor innovatieve duurzame projecten en beleid.
7. Ambtelijke managers (directeuren / afdelingshoofden) hebben grote invloed op het realiseren van continuïteit voor het behalen van korte en lange termijndoelstellingen. Omdat politieke verantwoordelijkheid voor het realiseren van lange termijn doelstellingen vaak onduidelijk of geen prioriteit is, moeten ambtelijke managers hierop aansturen.
8. Verantwoordelijkheid en leiderschap voor duurzaam bouwen moeten liggen bij een persoon met managementfunctie, die voldoende politieke en ambtelijke steun krijgt en beschikt over de capaciteit en middelen om het beleid uit te voeren en de ambities te halen.
9. Beleidsmakers voor duurzaam bouwen dienen ook uitvoerende taken of interne adviesfuncties te vervullen om beter in te kunnen spelen op de dagelijkse problemen bij het uitvoeren van duurzaam bouwen beleid.
10. Een gemeente dient te beschikken over een duidelijke lange termijndoel voor duurzaam bouwen en een goed plan om dat in tussenstappen te bereiken met tussentijdse doelen.
11. Nieuw beleid voor duurzaam bouwen moet als tweerichtingsverkeer georganiseerd worden: de beleidsmakers moeten alle betrokken collegae (met name milieumedewerkers en projectleiders) op de hoogte stellen van wat van hun verwacht wordt en de uitvoerders moeten problemen terugkoppelen aan de beleidsmakers.
12. Stel financiële regelingen beschikbaar voor duurzaam bouwen. Dit kan een generieke subsidie voor woningbouw zijn, maar ook projectspecifiek voor een innovatief project of grote utiliteitsbouw. Maak hierbij ook handig gebruik van de mogelijkheden van provinciale (m.n. Gelderland, Noord-Brabant en Noord-Holland), nationale (bijv. SLOK) en Europese (bijv. voor zonne-energie / PV) subsidieregelingen.
13. Zorg dat in een zo vroeg mogelijk stadium van een project alle beleidsmakers hun maatschappelijke ambities kunnen laten horen en dat een breed gedragen visie op randvoorwaarden en programma van eisen opgesteld wordt, waar geen conflicterende doelen in voorkomen. Voor grote projecten is het raadzaam deze discussies te laten begeleiden door een extern bureau en de visie en eisen zo nauwkeurig mogelijk vast te leggen.