Op 10 december werd in de Nieuwe Kerk in Den Haag het congres De Groene Stad, Een Gezamenlijke Opdracht gehouden.
De gemeente Den Haag hield dit congres als afsluiting van het themajaar Den Haag Natuurlijk Groen. De gemeente schat haar groen op waarde maar ziet ook bedreigingen. Door verstedelijking en verdichting van de stad neemt de druk op groengebieden toe, terwijl de vraag ernaar stijgt.
Dit vraagt om nieuwe uitgangspunten voor de situering en inrichting van groengebieden en een bezinning op de rol van de gebruikers, ontwerpers en beheerders. Op het congres werd naar oplossingen gezocht.
Sprekers
Rabin Baldewsingh wethouder Leefbaarheid van de gemeente Den Haag opende het congres met een bevlogen betoog over de waarde van het groen voor de stad. De vraag is volgens Baldewsingh hoe de groene- en rode opgaven goed met elkaar in balans blijven. Deze opgaven wrijven met elkaar. Het gaat om ‘out of the box’ denken bij het zoeken naar mogelijkheden voor meer groen in de stad.
Elco Brinkman, voorzitter Bouwend Nederland onderstreepte in zijn betoog het nut van groen in de woonomgeving en riep op tot een betere integratie van de inbreng van Delftse en Wageningse architecten in het planproces.
Jörn Copijn, boomchirurg en Tuin en Landschapsarchitect en architect Max van Huut toonde in hun bijdragen de duurzame en bruikbare resultaten die deze integratie op gebouwniveau kan opleveren. Hierbij hoeft het groen niet alleen om of bovenop de gebouwen te staan het kan ook een echt onderdeel van het gebouw worden in inspirerende binnentuinen.
In de workshops zijn deelaspecten, zoals groen en duurzaamheid, door deskundigen uitgediept. In een afsluitend Lagerhuisdebat wisselden bewoners van Den Haag en deskundigen van mening aan de hand van provocerende stellingen. Het laatste woord was aan een tevreden wethouder Baldewsingh. ‘Ik ben trots dat we met zo veel bevlogen mensen de afsluiting van het themajaar gevierd hebben’.
Foto
Jörn Copijn in de Nieuwe Kerk. Fotograaf: Jurriaan Brobbel.