De Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) en Bouwend Nederland hebben een gedragscode van de Flora- en Faunawet opgesteld voor de bouw- en ontwikkelsector..
Sinds 2002 beschermt de Flora- en faunawet een groot aantal minder algemene planten- en diersoorten. Bovendien zijn alle vogelsoorten beschermd, ook de algemene. De wet verplicht initiatiefnemers van plannen en projecten van te voren te onderzoeken of dergelijke soorten, hun eieren, nesten en andere verblijfplaatsen schade kunnen ondervinden en hoe schade kan worden voorkomen. Als schade onvermijdelijk is, is een ontheffing nodig. Het aanvragen van een ontheffing is meestal een tijdrovend proces, met vaak een onzekere uitkomst.
Tegenwoordig kunnen overheden en sectoren voor dergelijke situaties gedragscodes opstellen. Mits goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid, gelden deze gedragscodes als vrijstelling voor de ontheffingplicht voor een groot aantal van de beschermde soorten, waaronder de vogels. De gedragscode moet uiteraard wel worden nageleefd en de code kent ook een aantal verplichtingen. Toch kan het werken met een gedragscode ondernemers veel tijd en zorgen besparen. Het aantal vergunningaanvragen kan er sterk door worden beperkt.
Gedragscode
De Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) en Bouwend Nederland hebben deze mogelijkheid aangegrepen en gezamenlijk een gedragscode opgesteld. Deze gedragscode is bedoeld om de activiteiten van de aannemers en projectontwikkelaars in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de Flora- en faunawet[1]. Hierdoor ontstaat bij ondernemers, publiek en bevoegd gezag vooraf wettelijk geborgde duidelijkheid over de te volgen werkwijze als sprake is van door de wet beschermde soorten. Daarnaast is de gedragscode een hulpmiddel voor het soepel verkrijgen van een ontheffing voor de categorie soorten waarvoor een vergunning, ondanks de gedragscode, verplicht blijft.