Daniël Tulp: “Op het gebied van materialen is er nog veel te winnen.”

Met de huidig beschikbare bouwmaterialen kun je voor 80% bouwen volgens het Cradle to Cradle-concept, zo blijkt uit onderzoek van Daniël Tulp.

Duurzaamheid zit Daniël Tulp in de genen. Zijn vader is er vroeger intensief mee bezig geweest. Toen Tulp begin 2008 aan zijn afstudeerproject voor zijn studie bouwkunde aan de TU Eindhoven begon, lag voor de hand dat de afsluiting van zijn master bouwtechniek over duurzaamheid zou gaan. Juist in die tijd leefde Cradle to Cradle sterk.

Vertaalslag
Tulp: “Ik had al stage gelopen bij W/E Adviseurs en zij vonden het interessant om met het Cradle to Cradle aan de slag te gaan. Dit onderzoek vloeit voort uit mijn interesse voor bouwmaterialen. Het Cradle to Cradle-concept blijkt echter lastig te vertalen naar praktische toepassingen in de bouwsector. Dit komt door de complexiteit en de vele betrokken vakgebieden.”

De bouw is natuurlijk ook een heel conventionele markt, vertelt Tulp. “Het is lastig om daar nieuwe producten in te krijgen. Wat consumenten al jarenlang mooi vinden dat zijn bakstenen, dat kennen ze en dat is vertrouwd en zoiets gaat vooralsnog ten koste van de introductie van mogelijke alternatieven zoals leemstenen.”

Tachtig procent C2C
Tulp kwam erachter dat met de huidig beschikbare bouwmaterialen voor 80% kan worden gebouwd volgens het Cradle to Cradle-concept. Hij heeft bij de nieuwbouw van Nederlandse eengezinswoningen de tegenwoordig gebruikte bouwmaterialen onderzocht.

Gevels zijn daarbij als uitgangspunt gekozen, vanwege het relatief grote aantal en de diversiteit aan toegepaste materialen, waardoor dit bouwdeel wat betreft materialisatie representatief is voor de gehele woning.

Tulp: “Mijn onderzoek past goed bij het vijf stappenplan van Braungart en McDonough. Daarin staat dat je geleidelijk naar een transitie moet toewerken, je moet niet gelijk 100 procent willen halen en daar sluit dit onderzoek naadloos bij aan. Ik was erg benieuwd hoe bouwmaterialen zich verhouden tot het C2C-concept.”

Nieuw instrument
De bouwmaterialen zijn in kaart gebracht met een nieuw ontwikkeld instrument. Tulp: “Het was wel moeilijk om bepaalde gegevens te achterhalen. Je kunt niet zeggen van bakstenen hoe toxisch die zijn. Er zijn wel gegevens over, maar dat gaat vooral over emissies. Om te kijken naar wat erin zit, kom je uiteindelijk uit op moleculair niveau. En dat is nu nog – zeker voor bouwkundigen – lastig te onderzoeken. Ik ben vooral met die emissies aan de slag gegaan. Er is gekeken naar wat er in de levenscyclus zit, zoals humane en aquatische toxiciteit en CO2-uitstoot.”

Verder ontwikkelen
Tulp: “Met het instrument heb ik geprobeerd om een vertaling te maken naar Cradle to Cradle door van een standaardgevel van een eengezinswoning uit te gaan. Standaard eengezinswoningen voldoen voor 55% aan C2C. Ik heb drie concepten opgezet, uitgewerkt en getoetst: namelijk stapelbouw, houtskeletbouw en groene gevels en dan blijkt dat ze gemiddeld voor 80% voldoen aan C2C.”

Tulp: “Leemsteen scoort goed, gipsblokken minder, vooral omdat deze vaak vervuild in de recycling gaan. Baksteen scoort net als beton slecht, doordat er geen goede mogelijkheden zijn voor recycling.”

100%
Tulp meent dat er genoeg mogelijkheden voor een tranistie naar 100% Cradle to Cradle. “Er gebeurt veel met het ontwikkelen van polymeren uit bijvoorbeeld CO2, hout dat niet uitlogend is, een grootschalig gebruik van leem, thermisch verduurzamen en het verbeteren van recycleprocessen voor materialen als staal. Op het gebied van materialen is er nog heel veel te winnen.”

Bijschrift Illustratie: Diagram met de score van de gevel van een referentiewoning ten opzichte van C2C geoptimaliseerde concepten.

Tekst: Gerard Vos

Deel dit artikel

permalink