Charles Landry "Architecten en stedebouwkundigen moeten meer duurzaamheid laten zien."
Duurzaamgebouwd schuift aan bij Charles Landry na zijn voordracht in het kader van ‘De Duurzame Stad’ het tweede thema van de drie duurzame dagen die Provada, DGBC, SenterNovem en Triodos Bank tijdens de Provada presenteerden.
Zijn lezing ging als een wervelwind langs de thema’s van zijn boeken The Creative City (2e druk 2008), The intercultural City (2008) en The Art of City Making (2006), en spitste zich toe op de voorwaarden voor Sustainable City Building. Landry geeft aan tientallen steden in de wereld advies in hun zoektocht naar het creëren van ‘de goede stad'. Landry pleit al jaren voor ‘creatieve steden': steden die hun problemen op een vernieuwende, slimme manier aanpakken.
Met de straat als kleinste eenheid in stedenbouwkundige planning is voor een duurzame stad een inwonersaantal van 1 a 2 miljoen een goede grootte. “Dan is het nog beheersbaar.” Binnensteden worden snel een eenheidsworst met Mc Donalds en winkelketens die over heel de wereld repeteren. Dat kan doorbroken worden met goede architectuur die ruimte biedt voor creativiteit.
De Vinexwijken krijgen door het toevoegen van een innovatieve, inspirerende functie weer een eigen identiteit die bewoners uit andere wijken kan aantrekken. In een achterstandswijk in Glasgow is met veel positieve gevolgen een theater geplaatst. Dit brengt een heel ander soort mensen naar een kern waar ze normaal nooit zouden komen. Het straalt veel positiefs uit naar de wijk en de bewoners.”
Kritische noot had Landry voor alle duurzame bouwers. “Duurzame gebouwen zijn nog te weinig zichtbaar. Systemen die een gebouw energie besparen zitten veelal onder de grond of zijn bijvoorbeeld in de isolatie verwerkt. Waarom hebben die gebouwen niet een duidelijk bord op de gevel dat de besparing communiceert?
Mensen houden van tastbaarheid, begrijpelijkheid. Dan gaat het meer leven en wordt het beter omarmd. In buitenwijken van Bilbao gooien mensen hun afval in een container die het afval wegzuigt naar een centraal punt, waar het in fracties gescheiden wordt afgevoerd. Ze zien en beleven de recycling van hun afval.”
Zolang je het niet zichtbaar kunt maken zal duurzaamheid niet een belangrijke rol gaan spelen in de beleving van de bewoners. “Leichester noemt zich de ‘Environmental city’, maar wat stelt dat voor als je er niets van ziet?
Kijkend naar veel voorbeelden van woningbouw, inrichting van publieke plaatsen en utiliteitsgebouwen over de wereld verzucht hij: “Houden architecten eigenlijk wel van mensen?” Zolang dat soort vragen nog bij de experts leven hebben zij en wij nog een lange weg te gaan naar duurzame steden…