Mensen kunnen vanaf 6 april weer subside aanvragen voor zonnepanelen. Vorig jaar ontketende de aankondiging een ware run.
Voor minister Maria van der Hoeven (Economische Zaken) was dat toen reden om het budget tot twee keer toe te verhogen tot uiteindelijk 83 miljoen euro. Daar deden achtduizend aanvragers hun voordeel mee.
Dit jaar is 5 miljoen meer, dus 88 miljoen euro, beschikbaar. De subsidie is niet voor het aanbrengen van de panelen. Mensen krijgen gedurende vijftien jaar een vergoeding voor de groene stroom die ze maken met het paneel op hun dak.
Stroom
Een gemiddeld gezin verbruikt 3400 kilowattuur aan stroom per jaar. Het vergt 35 vierkante meter aan zonnepanelen om al die stroom zelf op te wekken. Dat kost zo'n 20.000 euro.
SenterNovem, de organisatie die de subsidieregeling uitvoert, stelt dat de vergoeding voor de groene stroom afhankelijk is van de stroomprijs, maar zo wordt berekend dat mensen na ongeveer 11 jaar hun investering hebben terugverdiend. De zonnepanelen gaan daarna nog jaren mee. Fabrikanten geven een garantie van 25 jaar.
Ondernemers
Dit jaar komen ook grotere zonnepanelen, tot 100 kilowatt, in aanmerking voor subsidie. Dat lijkt meer van belang voor ondernemers dan voor huizenbezitters. Installaties van 100 kilowatt beslaan een oppervlakte van bijna vier tennisvelden.
Elektriciteitsmeter
SenterNovem waarschuwt dat bij zonnepanelen meer komt kijken dan veel mensen denken. Zo moeten een nieuwe elektriciteitsleiding en een nieuwe elektriciteitsmeter worden aangebracht. Ook moeten formulieren worden ingevuld om de groene stroom aan te bieden aan het elektriciteitsnet en moet er een bewijs komen dat het daarbij echt om groene stroom gaat.