Sinds het begin, een dik halfjaar geleden, heeft Duurzaam Gebouwd 1.000 berichten geplaatst. Het duizendste bericht betreft een verslag over een symposium van de Vereniging van houtskeletbouwers. Zij bestaan 25-jarig en vierden dit met een symposium. Een bij tijd en wijle slaapverwekkend geheel, maar door de afsluiting van Kees Duijvestein van de TU Delft alleszins de moeite waard.
Onder leiding van dagvoorzitter Jan Terlouw kwamen diverse sprekers twintig minuten lang aan het woord over diverse aspecten van houtskeletbouw. Terlouw opende de dag met een poëtische liefdesverklaring aan het ‘duurzame’ hout. “Ik hou van hout. Er is geen mooier materiaal dan hout. Bomen lopen niet weg... en dat is mooi.”
Stoffige geschiedenisles
VHSB-voorzitter Jaring Rijpma nam de geschiedenis met de deelnemers door. Rijpma dreunde met monotone stem sta na stap, jaar na jaar minutieus de veranderingen op die de vereniging heeft meegemaakt. Komo-certificaten, SBR contracten, CE-markeringen, alles kwam voorbij... stap na stap, jaar na jaar.
Verkeerde weg
Charlie Kock van SenterNovem opende zijn verhaal met “laten we vooral veel plaatjes kijken, die teksten zijn zo saai.” Daarmee doelend op de vorige spreker. Als gemeentelijk adviseur hield Kock een betoog waarin de verleiding centraal staat.
Kock wil een verandering in gedrag bij de consumenten en marktpartijen bewerkstelligen. Hij wil niet uitgaan van door de overheid gestuurde maatregelen, maar wil deze verantwoordelijk bij de marktpartijen neerleggen. Kock: “Neem de epc. De epc is de verkeerde weg. Het is een getal. We moeten integraal gaan denken, in concepten.”
Q-woning
Edwin Smit van MIII Architecten gaf een heldere uiteenzetting over het concept van de Q-woning. Deze woning is marktconcurrerend. Ongeveer negentig procent van de bouwstoffen voldoet aan het Cradle to Cradle-principe. Q-woningen kenmerken zich door kernbouw. Alle soorten woningen en appartementen worden ontworpen en gebouwd rondom een dragende, houten kern. Door de stabiliteitskern kan er tot vijf lagen hoog worden gebouwd. De onderbouw van de woning is van betonelementen. Deze constructie zorgt voor een woning met een laag energiegebruik en kenmerkt zich door een gezond binnenmilieu. En prima betoog met als uitschieter de prachtige Q-woningen in IJburg.
Wandelende rekenmachine
Harry Nieman van Adviesburo Nieman ging los op de bouwfysische kijk op de houtskeletbouw. Ook hij benadrukte dat het integraal ontwerp van belang is en niet het denken in losse componenten. De wandelende rekenmachine die Nieman heet kwam met een stortvloed aan cijfers. Een beetje saai wel. De getallenbrei maakte dat het zo nu en dan moeilijk te volgen was, zeker ook omdat er een referentiekader ontbrak.
Werd het toch nog gezellig
Prof. Ir. Kees Duijvesteijn hoogleraar Duurzame Ontwikkeling in de gebouwde omgeving mocht tot slot iets komen vertellen over houtskeletbouw in relatie tot duurzaam bouwen. In een vlammend betoog waarin hij veertig minuten in twintig minuten lezing propte, deed Duijvestein zijn best om het woord houtskeletbouw zo min mogelijk te laten vallen.
Duijvesteijn nam de deelnemers bij de hand om over in een sneltreinvaart over de geschiedenis van duurzaam bouwen te vertlelen. Het verschil tussen sustainable en durable werd uitgelegd, regelmakers werden azijnpissers genoemd, en de kamer van Duijvesteijn in de afgebrand TU Delft werd middels een dia getoond. Duijvestein: “Het schaamrood staat me nog steeds op de kaken dat een instituut met zoveel kennis over duurzaam en brandveilig bouwen is afgebrand.” Overigens meende Duijvesteijn dat de bibliotheek van de TU Delft, een mooi voorbeeld van duurzaam bouwen, ook goed diende als plek om het faculteitgebouw te zien fikken.
Duijvestein kwam na de geschiedenis van DuBo ten slotte uit bij de DCBA-methode. Deze methode is een classificatiemodel voor allerlei verschillende duurzaam bouwen-maatregelen. Materialen, ideeën en maatregelen zijn ingedeeld in vier verschillende ambitieniveaus:
D: De normale situatie
C: Corrigeer normaal gebruik
B: Beperk schade tot het minimum
A: Autonoom; de meest gunstige situatie
Door deze methode naar alledaagse dingen te vertalen kwam Duivesteijn op de aanname dat de geleidelijke toename van vrouwelijke hoogleraren op de TU Delft gelijk staat aan de geleidelijke verlaging van de epc. Hiermee kreeg hij de zaal definitief op zijn hand.
Binnenkort geeft Duijvestein zijn afscheidsrede aan de TU Delft.
Voor meer informatie:www.4ptetraeder.nl
Gerard Vos