87,2 procent was het begin januari eens met onze stelling: ""GreenCalc, GPR, Breeam, Leed: het wordt hoog tijd voor één standaard." Tijdens de conferentie "Duurzaam bouwen en verbouwen" werd dit beeld bevestigd.
De bouw- en vastgoedsector wil één methodiek om de duurzaamheid van gebouwen en bouwwerken te bepalen. Dat bleek tijdens de conferentie "Duurzaam bouwen en verbouwen" op 29 januari.
Verschillende insturmenten
Bouw- en vastgoedbedrijven, opdrachtgevers en overheden maken nu nog gebruik van verschillende prestatie-instrumenten, zoals GreenCalc+ , Eco-quantum of de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor duurzaam bouwen (GPR).
Dat zijn instrumenten die met één totaalcijfer of een cijfer per thema de prestatie van de duurzaamheid van een gebouw of van de gebouwde omgeving uitdrukken. Bovendien beperkt duurzaam bouwen zich nog voornamelijk tot aansprekende en vernieuwende gebouwen en bouwwerken.
Aansluiting buitenland
Door één meetmethode te gebruiken verwachten de bestuurders uit de bouw- en vastgoedsector dat duurzaam bouwen gemeengoed kan worden. Het Rijk moet daarvoor als regelgever de regie naar zich toe trekken, vindt de bouw- en vastgoedsector. Belangrijke voorwaarde is dat de gekozen meetmethodiek moet aansluiten op de methodes die in het buitenland worden gebruikt.
Beter inzetten
Verder bleek tijdens de conferentie dat nieuwe woningen met een geringe investering veel duurzamer kunnen worden gebouwd of verbouwd. Om woningeigenaren te stimuleren duurzaam te bouwen of verbouwen moeten overheden bestaande instrumenten beter inzetten, menen bestuurders. Zij denken dan aan de Regeling groenprojecten (stimuleert projecten die een positief effect op het milieu hebben) en het Waarborgfonds voor de Sociale Woningbouw (verleent garanties aan geldgevers voor leningen voor nieuwbouw, woningverbetering, aankoop van woningen).