Windenergieparken op de Noordzee kunnen op den duur net zoveel energie leveren als de olie uit de Perzische Golf nu. Dat blijkt uit het masterplan zeekracht, dat architectenbureau Office for Metropolitan Architecture (OMA) van Rem Koolhaas maandag presenteerde. Rond 2050 zou Europa met wind- en zonne-energie redelijk onafhankelijk kunnen zijn van de oliestaten en Rusland.
OMA bracht de duurzame potenties van de Noordzee in beeld in opdracht van Stichting Natuur en Milieu. Die organisatie wil al langer dat het kabinet vaart maakt met de aanleg van windmolenparken op zee. ,,De klimaatverandering gaat veel sneller dan we dachten en daardoor hebben we veel meer haast'', meent Mirjam de Rijk, directeur Natuur en Milieu.
Hugo de Groot
"Juist in deze economisch moeilijke tijden kan het reden te zijn om hierin te investeren. Het biedt volop kansen, denk alleen maar aan de werkgelegenheid'', vindt Art Zaaijer (OMA). "Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen.''
Zaaijer liet zich voor zijn plan inspireren door Hugo de Groot, die in 1609 vond dat de zee een verbindend medium zou moeten vormen tussen volken die daardoor contact kunnen maken en ideeën uitwisselen.
Superring
In het OMA-plan wordt in overleg met andere landen bepaald waar de parken het beste kunnen komen zonder scheepvaart en natuur te hinderen. Niet redelijk dicht bij de kust zoals nu, maar juist verder op zee waar meer wind staat en de molens dus meer opleveren.
Wel moeten landen aan de Noordzee het eerst eens worden hoe bijvoorbeeld de zogenaamde superring gaat lopen, het stabiele netwerk dat op sommige punten met het vasteland wordt verbonden.