Uit onderzoek in opdracht van de BNA blijkt dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse architectenbureaus de dienstverlening bij gemeenten als slecht tot zeer slecht beoordeelt.
Dit leidt tot vertragingen in de behandeling en beoordeling van bouwplannen. Gevolg is economische schade voor architectenbureaus en hun opdrachtgevers. Maatschappelijk gevolg is dat nieuwbouw- of renovatieprojecten onnodige vertraging oplopen.
Problemen
De BNA liet dit onderzoek doen omdat er geregeld signalen van architecten komen over kwalitatieve en kwantitatieve problemen bij zowel vergunningsprocedures als bestuurlijke processen. De BNA heeft het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid opdracht gegeven te onderzoeken hoe architecten in hun dagelijkse praktijk de dienstverlening door lagere overheden en het bestuurlijk proces rondom het bouwproces beoordelen.
Slecht tot zeer slecht
De uitkomsten van het onderzoek bevestigen de signalen. De kwaliteit van de dienstverlening van gemeenten bij de afhandeling en de beoordeling van bouwplannen en bouwvergunningaanvragen wordt door 40 procent van de bureaus als slecht of zeer slecht beoordeeld. Gemeentelijke procedures rond bestemmingsplanwijzigingen worden door veel (89 procent) architectenbureaus als belemmerend ervaren.
63 procent is niet tevreden over de deskundigheid van het ambtelijk apparaat, met name bij bouwaanvragen van complexe en/of grote projecten. 71 procent vindt dat de behandelend ambtenaren niet oplossingsgericht zijn en niet in staat zijn ?out of the box? te denken.
Onvoldoende toegerust
Terwijl de rijksoverheid meer verantwoordelijkheden in de ruimtelijke ordening naar de lagere overheden heeft gedelegeerd, zijn de gemeenten onvoldoende toegerust om dit waar te maken. De BNA roept de rijksoverheid dan ook op de lagere overheden te helpen bij het maken van een kwalitatieve inhaalslag. Ook de wettelijke verankering van de Gecertificeerde Bouwplantoets kan helpen om de gemeentelijke diensten Bouw- en Woningtoezicht te ontlasten.
Ook roept de BNA de overheid op de bouwregelgeving niet alleen tot een noodzakelijk minimum te reduceren maar de bestaande regelgeving ook te stroomlijnen. Eenvoudige heldere regelgeving leidt tot minder interpretatieverschillen tussen aanvrager en toetser en uiteindelijk tot een snellere doorlooptijd van vergunningsprocedures.
Bron: BNA