Hoe krijg je de gebouwde omgeving duurzamer?
Tot 2023 groeit het totale oppervlak aan gebouwen wereldwijd met 24%, van 138 miljard m2 naar 171 miljard m2. “Met name binnen steden in ontwikkelingslanden neemt het aantal nieuwe gebouwen sterk toe, een verontrustende ontwikkeling want gebouwen behoren tot de grootste gebruikers van energie, water en materiaal.”
Dat schrijft Michael Renner, onderzoeker van het Amerikaanse Worldwatch Institute, in het onlangs verschenen lijvige jaarboek Can a City Be Sustainable?. Dit is geheel gewijd aan de milieuaspecten van de stedelijke omgeving.
In dit boek stelt Renner zich de vraag hoe het mogelijk is om de ecologische voetafdruk van de gebouwde omgeving te verminderen. Het gaat daarbij in eerste instantie om eengezinswoningen en appartementen, die verantwoordelijk zijn voor driekwart van het energieverbruik van gebouwen. Daarnaast staat het energieverbruik van kantoren en andere commerciële gebouwen hoog op de agenda, want ook dit energieverbruik neemt sterk toe.
Certificatiesystemen
Tegenover deze verontrustende ontwikkelingen is inmiddels een heel scala aan maatregelen bedacht, die de milieubelasting van gebouwen kan minimaliseren. Illustratief voor deze positieve tendens is het feit dat er wereldwijd inmiddels bijna 600 certificatiesystemen zijn ontworpen, die onder meer verlichting, verwarming, waterverbruik en materiaalkeuze van een waardeoordeel voorzien.
Een van de oudste beoordelingssystemen is de bekende Building Research Establishment’s Environmental Assessment Method (BREEAM), dat inmiddels net als het Leadership in Energy and Environmental Design (LEED) wereldwijd is uitgegroeid tot de belangrijkste certificatiemethoden. “Een positieve ontwikkeling”, schrijft Renner.
Lat hoger leggen
Hij vindt echter wel dat bij deze oudere beoordelingsmethoden de lat hoger mag liggen. Hierbij verwijst hij naar de Living Building Challenge, dat met name in de Verenigde Staten en Canada in gebruik is en dat veel verder gaat dan de andere gangbare systemen. Dit beoordelingssysteem stelt bijvoorbeeld de eis dat een gebouw evenveel elektriciteit moet opwekken als het verbruikt, uitsluitend dat water mag gebruiken dat op het betreffende gebouw valt, terwijl daarnaast de inzet van ernstig schadelijke materialen zoals asbest, koper en PVC verboden is.
Van de mogelijke milieumaatregelen binnen de stedelijke omgeving speelt in verschillende delen van de wereld het verwarmen met zonne-energie een opvallende rol. Terwijl in ons land de zonnecollector ten opzichte van het aantal pv-panelen een bescheiden positie inneemt, is de situatie in landen als China, Spanje en Brazilië radicaal anders. Een extreem voorbeeld is hierbij de Chinese stad Rizhao, waar de overheid de afgelopen 20 jaar het gebruik van zonnecollectoren sterk gestimuleerd heeft. Met veel succes, want momenteel verwarmt 99 procent van alle huishoudens hier het huishoudelijk water met zonne-energie. Inmiddels geldt voor alle nieuwbouwwoningen in deze havenstad van 2,5 miljoen inwoners de verplichting dat deze uitgerust moeten zijn met een zonnecollector.
Amsterdam en Rotterdam in top-5
Ook het bevorderen van woningen, die gebouwd zijn volgens het principe van passief bouwen, zet zoden aan de dijk. Met name in Duitsland zijn dergelijke woningen erg populair, de stad Freiburg bepaalde bijvoorbeeld in 2011 dat alle nieuw te bouwen woningen in nieuwbouwwijken aan deze principes moeten voldoen, in Hamburg volgde een jaar later het besluit dat alleen nieuwbouwprojecten volgens het principe van passiefbouwen op subsidie konden rekenen.
De vraag hoe het Nederlandse beleid ten aanzien van dit onderwerp scoort, komt slechts sporadisch in dit overigens uitstekend gedocumenteerde jaarboek aan de orde. Dat kan wel eens ten onrechte zijn. Uit de – ook door het Worldwatch Institute geciteerde – Arcadis Sustainable Cities Index blijkt namelijk dat Europese steden in het algemeen op milieugebied goed scoren, met Frankfurt, Londen en Kopenhagen in de top 3. Met Amsterdam en Rotterdam op respectievelijk de 4e en 5e plaats is ons land behoorlijk goed vertegenwoordigd. Is het zaak dat wij op het gebied van duurzaamheid internationaal wat harder aan de weg gaan timmeren?
State of the World: Can a City Be Sustainable?
Uitgeverij: Worldwatch Institute, 2016
448 pagina's
Prijs paperback: $25.00, ISBN: 9781610917551
E-book: $24.99, ISBN: 9781610917568
Duurzaam Gebouwd besteedt 3 artikelen aan het boek ‘State of the World: Can a City Be Sustainable?’. Het volgende artikel verschijnt in juli.
Illustratie boekomslag via Canacitybesustainable.org