BREEAM ook voor de woningbouw?
Als 80% procent van de (her) te ontwikkelen kantoren een BREEAM-label krijgt, zegt dat toch iets. Beleggers willen graag zien hoe duurzaam hun vastgoed is. Waarom bestaat er geen BREEAM voor de woningbouw? Welke kansen kan dit bieden? En, zitten we er eigenlijk wel op te wachten? Het energielabel wilde toch ook niemand? Kan het BREEAM-label voor een doorbraak zorgen bij de verduurzaming van gebouwde voorraad, voor zowel de beleggers- als de koopsector?
Een ding mag duidelijk zijn: kantoren met woningen vergelijken is hetzelfde als het vergelijken van appels met peren. Zeker op het gebied van duurzaamheid. 80% van alle (her) te ontwikkelen kantoren krijgt een BREEAM-label. Dat is niet om ze Pass (de laagste normering) te laten keuren, maar omdat eigenaren, huurders en belleggers het graag beter willen doen dan de norm en zo een waardevastere vastgoedportefeuille creëren. De beleggers in een kantorenmarkt die ik ken, willen pas praten als een gebouw een duurzaam label heeft.
Outstanding in 2012 ≠ Outstanding in 2015
De vraag verandert, dus ook het antwoord. Zo wordt de kantorenmarkt steeds duurzamer. Ieder jaar wordt het BREEAM-label verder aangescherpt. Hierdoor is Outstanding in 2012 niet meer gelijk aan Outstanding in 2015. Dit zorgt ervoor dat onze ambities steeds hoger liggen. Dat is logisch, want de stand der techniek verandert ook. Een BREEAM-label scoort goed in een utiliteitsmarkt die wordt gedomineerd door beleggers die gewend zijn vanuit waarde te denken. In de woningmarkt gebeurt dan nog niet zo structureel. Ondanks dat het in de woningmarkt wel weer eenvoudiger om zeer energiezuinige of zelfs energieleverende woningen te realiseren. Dit moet toch resulteren in lage woonlasten voor huurders en wellicht een lage mutatiegraad en hogere huuropbrengsten. Toch is het nog niet zover en moet de populariteit nog groeien en erkenning nog komen.
Stel nu dat er ook een BREEAM-label komt voor woningbouw. Zou dit aanslaan, vroeg ik mij af? Steeds meer beleggers, corporaties en zelfs bewoners in de woningbouwsector die ik spreek, denken na over de waarde van het vastgoed in de toekomst door het te verduurzamen. Ik sprak zelfs bewoners die bezwaar maakten over de realisatie van Nul-op-de-Meterwoningen naast hun woning, omdat die daardoor wellicht minder waard wordt. Niet alleen locatie, oppervlakte en prijs bepalen straks de waarde van een woning maar ook duurzaamheid. Kopers denken steeds vaker in termen van gezond wonen en kiezen daarbij bewust voor nieuwbouw. Deze bewustwording is een belangrijke stap in de verduurzaming van de gebouwde woningvoorraad, zowel bij nieuwbouw als bij bestaande bouw.
Energielabel koppelen aan BREEAM
Beleggers moeten vandaag de dag uitleggen hoe duurzaam hun portefeuille is. Nul-op-de-Meter en Energienotanul worden daardoor steeds interessanter. Taxateurs kunnen de toekomstwaarde daarvan nu nog onvoldoende inschatten, maar zien wel kansen vanuit de ervaringen in de kantorenmarkt. Een label zoals BREEAM draagt bij aan het inzichtelijk maken van de duurzaamheid van een portefeuille. De eerste stap is al gezet met het energielabel dat informatie geeft over de energiezuinigheid van een woning. Stel dat we het energielabel koppelen aan het BREEAM-label, waarbij ook gekeken wordt naar bijvoorbeeld grondstoffen en gezondheid, dan moet dit toch ook interessant zijn voor een koper en een huurder van een woning. In een overzicht kunnen corporaties zien hoe levensloopbestendig hun woningvoorraad is en hoe ze kunnen inspelen op de veranderende vraag in de markt. Immers, inzicht geeft perspectief tot handelen waardoor mensen worden gestimuleerd te verduurzamen of duurzaam in te kopen.
De ‘beperkte’ meerinvestering van Nul-op-de-Meter komt in een heel ander daglicht te staan als er ook een label aanhangt, zeker als deze woningen niet alleen duurzamer maar ook gezonder zijn. Of je nu voor- of tegenstander van labels bent, feit is dat BREEAM in de kantorensector bijgedragen heeft aan een duurzamere vraag naar kantoren en vernieuwende inzichten. Een label doet dat naar mijn mening ook voor de woningmarkt. Een goed label biedt naar mijn idee Nederland ongekende mogelijkheden bij de koop- en de beleggerssector.
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
BREEAM Nieuwbouw en Renovatie is toch al geschikt voor woningbouw? Of bedoelt u dat er en eenvoudiger versie moet komen?
Dat kan toch al met GPR? Dat is bij woningbouw en bij gemeenten al bekend en veelvuldig toegepast. Succesvol gebruikt bij de eerste NulopdeMeter Nieuwbouw competitie niaNesto in 2012 waar VolkerWessels hoog scoorde. Onno, wat zijn de voordelen van BREEAM tov GPR?
Ik ben benieuwd naar de reactie van Onno op de vragen van Arthur. De aandacht voor duurzaamheid meer dan energie bij de aanpak van de bestaande woningvoorraad kan en moet zeker beter. Gelukkig ben ik niet de enige die van mening is dat GPR Gebouw daar prima geschikt voor is. En als je een label wilt, dan kan dat inmiddels ook. Syntrus Achmea, niet de minste, is daarmee bezig voor de hele woningportefeuille, met GPR! Het GPR-certificaat kost weinig, dus de beschikbare middelen kunnen doelgericht worden besteed. Wat wil je nog meer?
Ik denk dat beide systematieken (GPR en BREEAM) prima naast elkaar kunnen bestaan. Als we BREEAM op dezelfde manier zouden gebruiken als GPR hoeft het ook niet veel meer tijd en/of geld te kosten. en zijn we met verduurzaming bezig. Een onafhankelijk getoetst certificaat kost echter meer en dat is logisch, want dan moet alles aantoonbaar zijn. Qua middelen (assessmenttool en creditlijst) vind ik BREEAM overigens transparanter beschikbaar en daarmee beter te gebruiken dan GPR.
De belangrijkste vraag die (toekomstige) eigenaren en huurders van woningen hebben (ik ben er zelf ook een van), is 'Hoe krijg ik mijn energierekening omlaag'. Daarbij moeten we, mijns inziens, af van de gedachte dat we kijken naar het gebruik en het opvoeden van de gebruiker. Wel focussen op de bouwkundige- en installatietechnische componenten en de werking tussen deze systemen, alles met een geschikte levensduur. Dit dient robuust te zijn, zodat een gebruiker hier geen zorgen over hoeft te maken. Of het nu BREEAM of GPR is maakt niet uit, het gaat uiteindelijk om de bewijslast die de basis legt hiervoor. Aangezien BREEAM al met bewijslast werkt, kan dit wellicht met een andere focus doorontwikkeld worden voor dit segment.
Het antwoord op vraag is afhankelijk van het perspectief dat hierop neemt. De vraag om te certificeren (en de kosten hiervoor te nemen) is er een van efficientie. De baten van certificeren moeten opwegen tegen de kosten die hieraan gekoppeld zijn. De baten kunnen gevonden worden in direct rendement maar ook in indirect rendement en bijvoorbeeld een CSR opgave. Het afwegingscriterium voor de verschillende eigenaren is dus anders. Voor de eigen woningbezitter is alleen het indirect rendement van toepassing en ook alleen maar op de vooravond dat hij zijn huis te koop zet. Het direct rendement zal hij moeten halen uit te eenergiereductie en kwaliteitsverbetering. Dit moet niet 'gewaardeerd' worden omdat het huiseigenaar anders direct gestraft wordt door een hogere WOZ waarde en navenant hogere eigen woningforfait. Voor beleggers en bijvoorbeeld corporaties is het goed een gevalideerd systeem te hebben dat internationaal geaccepteerd is. Bijvoorbeeld BREEAM is hier een goed voorbeeld van maar LEED zou net zo goed kunnen. Vandaar dat ik mij tijdens het schrijven van deze reactie verwonder over de positionering van Syntrus Achmea omdat GPR geen internationale waarde heeft. Het voordeel van het indirecte rendement dat met certificeren te behalen valt is daarmee beperkt omdat internationale beleggers dit niet accepteren. Wel geeft GPR, beter dan BREEAM, inzicht in verbetermogelijkheden en het adaptief vermogen van gebouwen. Maar uiteindelijk ben ik het met je eens; Een goed label heeft ongekende mogelijkheden in de Nederlands markt.