Op weg naar een groenblauwe stedenbouw
De helft van de aardebewoners leeft in steden en de verstedelijking neemt alleen maar toe. De uitdaging in deze eeuw is om onze steden en onze planeet voor onszelf leefbaar, veilig, gezond en aantrekkelijk te houden.
Door de klimaatverandering, de toenemende verstedelijking en het opraken van de fossiele brandstoffen zullen de steden een meer of minder geleidelijke transformatie van voornamelijk grondstoffen consumerend naar grondstoffen producerend ondergaan.
Een middel om aan deze noodzakelijke transformatie vorm te geven is het ontwikkelen van een groenblauwe stedenbouw die een verzachtende werking heeft op de effecten van de klimaatverandering in het stedelijke gebied. Onze steden hebben te weinig veerkracht om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. Dit gebrek aan veerkracht zal niet alleen tot een tekort in het technisch infrastructurele functioneren leiden maar ook consequenties hebben voor de sociale en economische functioneren van de stad.
Uitdagingen
Onze steden zullen aan de ene kant steeds meer regen in korte tijd moeten kunnen verwerken en aan de andere kant langere perioden van droogte kunnen overbruggen. De opwarming door de klimaatverandering en de toenemende verharding in de steden heeft steeds vaker hittestress tot gevolg.
Op de hele planeet hebben we, veroorzaakt door menselijke activiteiten, te kampen met een teruglopende biodiversiteit. Nederland behoort met betrekking tot luchtkwaliteit en fijnstofbelasting tot de meest vervuilde gebieden in Europa.
Fossiele brandstoffen raken op en op wereldschaal is het probleem van voedseltekorten geenszins dichter bij een oplossing gekomen. De grote steden blijven groeien en in veel landen is er bevolkingsgroei. In deze eeuw zullen we de omschakeling van fossiele brandstoffen naar duurzame bronnen moeten volbrengen.
Rol van architecten en stedenbouwkundigen
Uiteraard vragen deze uitdagingen geweldige transformaties. Maar er zijn ook veel onbenutte mogelijkheden die te vinden zijn in een fijnmazige aanpak in de stad die bij een bewuste toepassing zeer effectief kunnen zijn.
Hier ligt een belangrijke taak voor architecten en stedenbouwkundigen om deze maatregelen op een aantrekkelijke manier in onze steden te integreren en een regisserende rol op zich te nemen. De afgelopen jaren heeft een ware omslag plaatsgevonden naar een meer duurzame architectuur en stedenbouw. Groene daken en groene gevels zijn in de mode, regenwater blijft steeds vaker boven de grond.
Dit toont aan dat er draagvlak is voor een nieuwe groenblauwe stedenbouw. Het ontbreekt nog aan een overzicht van mogelijkheden en ook aan een kritische en constructieve inschatting van de mogelijke maatregelen zodat maatregelen niet contraproductief werken.
Bouwstenen
Binnen opMAAT werken wij nu aan een onderzoek dat zal resulteren in een boek en website "Bouwstenen voor een groen blauwe stedenbouw" Doelstelling is om de recent ontwikkelde wetenschappelijke en praktische kennis op het gebied van klimaatadaptatie en -mitigatie, hittestress, stedelijke biodiversiteit voor de stedenbouwkundige praktijk toegankelijk en toepasbaar te maken.
De wetenschappelijke kennis en praktische ervaringen zullen vertaald worden in praktisch toepasbare maatregelen, met principedetails, effecten met betrekking tot de verschillende opgaven, kostenindicaties en ruimtelijke implicaties.
Een voorbeeld
Groene daken, wetlands en oppervlaktewater met groene oevers en in het algemeen meer stedelijk groen leveren een bijdrage aan de kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van het stedelijk watersysteem door het buffer- en zuiveringsvermogen. Meer stedelijk water en groen leveren een bijdrage aan het vergroten van biodiversiteit in de stad en binden fijnstof; groene of natte oppervlakken hebben een lagere oppervlaktetemperatuur en verlagen zo het risico op hittestress.
Meer groen vergroot de sponswerking van de stad substantieel, des te hoger het groen, des te hoger het buffervermogen. Boomgroepen en struiken bufferen meer dan een gazon. Door het grote bladoppervlak wordt in een bosachtig park meer verdampt en is het koelende effect groter dan van een grasvlak.
Eerste onderzoeken tonen reeds de effectiviteit van meer groen en water in de stad met betrekking tot aantrekkelijkheid, fijnstofbinding, biodiversiteit, hittestress, waterretentie en waterkwaliteitverbetering aan. Groene stedenbouw levert biomassa voor energieproductie en biedt mogelijkheden voor voedselproductie in de stad.
Maar we staan pas aan het begin van het ontdekken en onderbouwen van deze mogelijkheden, de integraliteit en synergie van de mogelijke maatregelen en effecten is nog nauwelijks onderzocht. Doel van dit project is een toolbox voor een groenblauwe stedenbouw te ontwikkelen en de synergetische potenties van de verschillende maatregelen te laten zien en te onderbouwen.
Het is nu zaak om meer kennis met betrekking tot de effecten, mogelijkheden en samenhang tussen de verschillende maatregelen van een groen blauwe stedenbouw voor architecten en stedenbouwkundigen ter beschikking te stellen zodat deze op een esthetische en voor de burger acceptabel manier in het stedelijk weefsel geïntegreerd worden.
Het opnemen van meer groen en water in de stad en het aanbrengen van meer buffervermogen en dus een meer variabel watersysteem zal een structureel groter flexibiliteit en betrokkenheid van de burgers vereisen. Hier ligt een taak voor de ontwerpers om de stadsbewoners al in het ontwerpproces te betrekken en zo de acceptatie van de matregelen zoals waterpleinen te vergroten.
Voldoende groen en/of oppervlaktewater zijn in hoge mate bepalend voor de aantrekkelijkheid van een stad en hebben zo invloed op de economische waarde.
Proces
Naast het inventariseren van maatregelen is het ontwikkelen van implementatieproces van deze sector overschrijdende maatregelen en nog groter vraagstuk.
De nieuwe maatregelen vereisen samenwerking van verschillende vakgebieden en diensten binnen een gemeente en daarbuiten die daar onvoldoende aan gewend zijn. Groene stedenbouw vraagt samenwerking tussen stedenbouwkundigen, architecten, stadsecologen, waterdeskundigen, groenbeheerders en de beheerders van de openbare ruimte en moet geaccepteerd en gewaardeerd worden door de burgers.
In het afgelopen jaar hebben wij in opdracht van VROM, Provincies, en gemeenten in klimaatateliers en workshops op een interdisciplinaire manier samengewerkt en waren zo instaat om aantrekkelijk, integrale en breed gedragen oplossingen te ontwikkelen.
Om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan zullen we sector overstijgende samenwerkingsvormen moeten ontwikkelen en deze zullen geformaliseerd en geïnstitutionaliseerd moeten worden. Een deel van het beschikbaar gestelde budget is gereserveerd om in twee praktijksituaties: Een herstructureringslocatie in Rotterdam en een nieuwbouwlocatie in Rijswijk Zuid samen met het projectbureau de toolbox te toetsen en een meer op integraliteit gericht proces te ontwikkelen.
Het boek en de website zullen eind 2011 beschikbaar zijn.
Hiltrud Pötz
Directeur opMAAT
Foto: Eva-Lanxmeer, één van de eerste voorbeelden van groenblauwe stedenbouw in Nederland - Henri Cormont
Gerelateerde artikelen, events & downloads
Reacties
Erg interessant onderzoek lijkt me. Waar ik in het artikel nog niet zoveel over lees is de koppeling met de ontwikkelaars (bijvoorbeeld van gebouwen of gebieden die semi-privé zijn). Burgers en gemeenten zijn uiteindelijk wel enthousiast te krijgen over groen-blauwe buitenruimtes en gebouwingrepen. Maar juist het investerings- en opbrengstenaspect van te bouwen (duurzame) programma's behoeft ook aandacht. Hoe kunnen de ontwikkelaars bijdragen aan de duurzame ambitie van een gemeente door bepaalde tools toe te passen in hun programma? Welke gebouwtools brengen wat dat betreft het meeste op? (verlagen EPC of score op LEED / BREEAM berekeningen).