Project Lely, deel 7
In Maassluis realiseert de Lely Groep een nieuw bedrijfscomplex, bestaande uit drie kantoordelen en een fabriekshal. Totaal 33.000 m2. De Lely Groep heeft hoge ambities op het gebied van duurzaamheid en heeft zich ten doel gesteld om voor de fabriekshal het BREEAM NL keurmerk op niveau Outstanding te behalen.
Voor een gebouw met industriefunctie is dit een primeur op het Europese vasteland. De bouw is in volle gang en de oplevering staat op de planning in juli 2013. Mascha de Mink van ontwerpend en directievoerend architectenbureau ConsortArchitects interviewt diverse bij het bouwproject betrokken personen. Dit keer praat zij met Daniël van der Flier, business consultant en BREEAM-expert bij Cofely GDF Suez. Cofely verzorgt alle technische installaties en is daarmee verantwoordelijk voor 23 van de 49 BREEAM credits die behaald moeten worden om het Outstanding certificaat te behalen.
Cofely staat als leverancier van high-tech technische diensten bekend om zijn innovatieve totaaloplossingen. Op welke manier is duurzaamheid in jullie organisatie ingebed?
Technologie kan een enorme en concrete bijdrage leveren aan het zuinig omgaan met energie en het optimaal benutten van beschikbare energiebronnen. Daarom werken wij bij Cofely standaard aan het vinden van de meest duurzame oplossingen voor onze klanten. Het thema duurzaamheid is actueel binnen onze hele organisatie. De afdeling waarvoor ik werk, Business Development, houdt zich bezig met de visie op het onderwerp, de vereiste certificeringen en is verantwoordelijk voor de implementatie binnen projecten.
Sinds wanneer ben jij betrokken bij het Lely-project in Maassluis?
Zelf ben ik net na de start van de bouw aan het project begonnen, begin mei 2012. Maar mijn collega’s werden door hoofdaannemer Dura Vermeer Bouw al in de aanbiedingsfase betrokken. In die tijd -medio 2011- was BREEAM NL nog relatief nieuw en dus voor veel partijen onbekend. Wij wisten dat we vanuit Cofely goede duurzame technieken en oplossingen konden bieden. Op basis van kennis en ervaring op dit gebied hebben wij ingeschreven. In de praktijk bleek het in een aantal gevallen best lastig om onze maatregelen in lijn te leggen met alle vereisten uit de BREEAM categorieën. Niveau Oustanding halen, betekent dat je nergens punten kan laten liggen.Daardoor hebben we in sommige gevallen heel specifiek voor dit project nieuwe technieken moeten ontwikkelen.
Noem eens een voorbeeld.
In installaties voor koeling en verwarming, zoals die voor het kantoorgebouw worden toegepast, wordt altijd koudemiddel gebruikt. Dit is een zeer milieuverontreinigend product en BREEAM vereist dat koudemiddel, om lekkage te voorkomen, wordt afgepompt. Dit systeem bestond nog niet. Onze afdeling Koudetechniek heeft hard gewerkt aan het ontwikkelen en testen van een nieuw systeem. Met positief resultaat ter waarde van 1 BREEAM punt. De oplossing die wij hebben bedacht voor deze situatie is het plaatsen van een vacuum-omgeving, lokaal op de leidingen van de installatie. Op deze wijze kan het koudemiddel afgezogen worden en in een vat onder druk, duurzaam afgevoerd worden. Zeer inventief.
Wat vind jij van de BREEAM NL methode?
Het streven naar duurzaamheid is goed en ik onderschrijf de ideologie. Ik ben het ook eens met de visie van de DGBC dat op het vlak van milieubewustzijn élke verandering, élke stap en élke maatregel, hoe klein ook, uiteindelijk bijdraagt aan een betere duurzame omgeving. Ik denk echter dat er iets te gemakkelijk een theorie op de praktijk wordt losgelaten. Om de mindset van uitvoerders, leveranciers en bouwvakkers duurzamer te maken, is nog heel wat tijd en energie nodig. We staan nog aan het begin van een ommekeer in denken binnen de bouwsector. Dat maakt het dat dit BREEAM NL Outstanding & Excellent-project heel intensief is. Je moet alle partijen motiveren en stimuleren om te werken volgens de richtlijnen van BREEAM. En het dient ook nog heel secuur bewezen te worden. Dan vraag je wel wat van partijen.
Is jullie kennis gegroeid ten opzichte van een jaar geleden?
Absoluut. Niet zo zeer qua installatietechniek, maar wel op het gebied van duurzame informatie technologie en procesmanagement. En dat geldt niet alleen voor Cofely-medewerkers. Ook onze toeleveranciers hebben een groei doorgemaakt op dit vlak. Lely heeft daarin een zeer stimulerende rol gehad. Het is te merken dat duurzaamheid voor Lely een intrinsieke waarde is, dat werkt bijzonder motiverend.
De laatste fase van de bouw heeft zich aangediend. Welke werkzaamheden staan er nog op de agenda de komende weken?
Tot de opleverdatum hebben wij tweewekelijks een BREEAM vergadering. Hierin lopen we met het hele BREEAM team alle credits van alle categorieën na en bespreken de eventuele knelpunten. Daarnaast ben ik bezig om onze bewijslast definitief te maken en aante leveren bij de expert van ConsortArchitects en wordt er nog gewerkt aan de zogenaamde ‘Energiemotor’. Dit is een handleiding voor de opdrachtgever waarmee desgewenst elke verdieping, deelgebied of kantoorruimte bemeterd kan worden op energie- en waterverbruik. Technologisch is het een zeer vergaand systeem. Interessant voor ons is natuurlijk het in bedrijf stellen van de installaties voor oplevering. En nadien zijn we nog zeker vier seizoenen betrokken in het project voor controlewerk, aangezien BREEAM seizoensgebonden controlerichtlijnen stelt voor het energie- en waterverbruik van het pand.
Dit is het zevende deel in een reeks over dit project.
Deel 1 verscheen op 28 november 2012.
Deel 2 verscheen op 19 december 2012.
Deel 3 verscheen op 9 januari 2013.
Deel 4 verscheen op 30 januari 2013.
Deel 5 verscheen op 20 februari 2013.
Deel 6 verscheen op 20 maart 2013.